kinderen & jongeren

Actieplan voor gesloten jeugdinstellingen

Jaarlijks verblijven er zo'n 1.100 jongeren in gemeenschapsinstellingen, gesloten jeugdinstellingen van de Vlaamse overheid. Op basis van interne en externe rapporten en eigen evaluaties, is er een actieplan klaar dat de leefomstandigheden in deze instellingen moet verbeteren. 

In gesloten jeugdinstellingen worden jongeren opgevangen en begeleid over wie de jeugdrechter oordeelt dat gesloten opvang nodig is. Dit kan zijn omwille van een delict, een onveilige thuissituatie of ernstige gedragsproblemen. Jaarlijks worden er zo'n 1.100 jongeren opgevangen. Hun verblijfsduur varieert van een paar weken tot een paar maanden. Jongeren verblijven er in leefgroepen van 6 tot 10 jongeren, er is onderwijs en psycho-sociale begeleiding en re-integratie staat er voorop. 

Een maand geleden lekte een tussentijds en omstreden rapport uit over de leefomstandigheden in gesloten jeugdinstellingen. Dat leidde tot wat commotie in de media en het parlement. De Vlaamse Zorginspectie, die de gesloten instellingen inspecteerde rond vrijheidsbeperkende maatregelen, wijst op de nood aan een duidelijk kader over vrijheidsberovende maatregelen voor jongeren in gesloten instellingen. 

De gemeenschapsinstellingen zijn in volle transitie en bereiden zich voor op het nieuwe jeugddelinquentierecht dat dit najaar besproken wordt in het Vlaams parlement. Daar staan een herstelgerichte afhandeling en alternatieven voorop en blijft gesloten opvang voor jongeren de allerlaatste optie. Gemeenschapsinstellingen zullen zich in de toekomst ook uitsluitend richten op jongeren die delicten pleegden.

"Het is de rechter die beslist dat jongeren tijdelijk moeten worden opgesloten", zegt Peter Jan Bogaert van Jongerenwelzijn. "Het blijven dus gesloten instellingen. Maar die moeten ook gericht zijn op herstel." Hoe gesloten de instellingen zullen zijn, wordt nog onderwerp van discussie in het Vlaams parlement binnenkort. 

Op basis van eigen evaluaties, de recente doorlichting van Zorginspectie en de verslagen van de Commissie voor Toezicht (georganiseerd door het Kinderrechtencommissariaat), stelden de gemeenschapsinstellingen een actieplan op rond infrastructuur, afzonderingen en pedagogisch kader: 

Infrastructuur

  • De infrastructuur van de (isolatie)kamers wordt aangepast aan de geldende standaarden rond tijdsaanduiding, lichtregeling, oproepsysteem, ...
  • In elke campus wordt ervoor gezorgd dat er voldoende alternatieven zijn, zoals binnen- en buitenruimtes, (prikkelarme) afzonderingskamers, zodat voor afzonderingen minder gebruik gemaakt moet worden van isolatieruimtes.
  • Er wordt een nieuwe campus gebouwd in Everberg. Het leefgroepgebouw is volgend jaar klaar. Ook in de gemeenschapsinstellingen van Beernem en Mol zijn verbouwings- en verbeteringswerken gepland, waarbij er gestreefd wordt naar een minder beperkend regime. 

Isolaties (afzonderingen)

  • Enkel als de veiligheid van de jongere zelf, andere jongeren of begeleiders in het gedrang komt, wordt overgegaan tot afzondering of isolatie. Altijd zo kort mogelijk, en na multidisciplinair overleg. 
  • Er wordt geen fixatie toegepast. 
  • Er wordt steeds bijgestuurd; methodieken worden ingezet om crisissen te voorkomen en meer alternatieven bij een crisissituatie uit te werken.
  • Interne audits rond vrijheidsbeperkende maatregelen worden uitgevoerd, met aandacht voor registratie.
  • Er wordt nagegaan welke impact de gebruikte methoden in conflict- of crisissituaties hebben op het afzonderen van jongeren. 

Pedagogisch kader

  • Wordt voortdurend geoptimaliseerd; evalueren naar een meer herstelgerichte aanpak.
  • Streven naar een uniforme aanpak op de werkvloer, maar tegelijk een traject op maat van individuele jongeren aanbieden.
  • Een positief leefklimaat waarborgen met een evenwichtig sanctiebeleid en het versterken van autonomie en keuzemogelijkheden van jongeren.
  • Regelmatige bevragingen bij jongeren, ouders en personeel. 
  • Periodiek overleg tussen de externe Commissie voor Toezicht en de interne klachtbehandelaars voor onderlige ervaringsuitwisseling en maximale efficiëntie inzake klachtbehandeling.