kinderen & jongeren

Alle hulp op een dienblad

Spelotheek Kleine Klaas combineert sociale economie, zorg, onderwijs en integratie
22.08.2016
Foto's
Jan Locus

Vanuit een laagdrempelige ruimte werkt spelotheek Kleine Klaas aan preventie, verbinding en integratie. “We lenen speelgoed uit, informeren, stellen vrijwilligers te werk en vormen netwerken met andere organisaties”, vertelt coördinator Agnes Claes. “Het informele karakter van de werking wekt vertrouwen, waardoor mensen hun problemen met ons durven te delen en we hen gericht kunnen doorverwijzen.”

Agnes toont met plezier elk hoekje van de spelotheek. “Het speelgoed is ingedeeld per categorie, niet per leeftijd”, vertelt ze. “Zo worden kindjes die wat voor of achter zijn op hun leeftijd niet gestigmatiseerd. We hebben ook speelgoed dat geschikt is voor kinderen met een beperking, maar we labelen dit niet zo. Iedereen mag het uitlenen.”

De ruimte heeft verschillende speelhoekjes, elk met een eigen doel: een poppenhuis, een taalhoek met taalspelletjes en boeken, een welzijnshoek met brochures die naar andere welzijnsorganisaties kunnen leiden. In de babyhoek kan de baby even op de speelmat terwijl ouders met de andere kinderen speelgoed uitkiezen. Anderstalige moeders die voor een integratieproject komen, hoeven dus ook niet thuis te blijven als ze geen opvang vinden voor hun baby.

Over de drempel

“Door mond-tot-mondreclame ging de bal al snel aan het rollen”, vertelt Agnes over het begin van de spelotheek. “We werken nu samen met het CAW, verschillende scholen en integratiediensten. Iedereen die bezig is met preventie, integratie of toeleiding naar hulp mag onze ruimte gebruiken en onze vrijwilligers inschakelen.”

Verschillende projecten in de spelotheek leggen de link met het onderwijs. “Zo hebben we bijvoorbeeld het Drempelklasje”, legt Agnes uit. “Dat klasje is er voor kleuters die misschien moeilijkheden zullen hebben om over te stappen naar de lagere school, omdat ze bijvoorbeeld thuis geen Nederlands spreken. Ze kunnen in de laatste week van de zomervakantie bij ons terecht. De kleuterschool geeft per kindje door waaraan gewerkt kan worden. Vorig jaar was er een kindje bij dat heel schuchter was. De kleuterjuf die hier vrijwillig komt begeleiden zorgt er dan voor dat net dat kindje in die week een paar keer extra aan het woord komt, zodat het meer zelfvertrouwen krijgt.”

Een ander project werd LOS gedoopt: leerlingondersteuning. “Jongeren die op school geschorst werden omdat ze agressief waren of moeilijk gedrag vertonen, kunnen hier als time-out speelgoed komen poetsen, sorteren en coderen. Of ze kunnen helpen met het onthaal van de mensen. Daar koppelen we begeleidingsgesprekken aan waarin we zoeken wat er op school misloopt”, zegt Agnes. “Dat project loopt goed. Drie van de vier jongeren die we begeleid hebben, haalden uiteindelijk alsnog hun diploma of heroriënteerden zich naar een passendere keuze.” Tijdens de taalspelnamiddagen komen kindjes – die soms beter Nederlands spreken dan hun ouders – spelletjes spelen met hun ouders. “Zo valt de angst van de ouders om Nederlands te spreken toch een beetje weg”, zegt Agnes. “Voor dit project krijgen we hulp van een docente van Open School, een organisatie die zich richt op basiseducatie voor anderstalige nieuwkomers.”

Soms komen er in de spelotheek ook ouders die het heel moeilijk hebben maar geen begeleiding krijgen. Ze zijn overspannen, hebben het lastig met de opvoeding van hun kinderen, kampen met financiële problemen of relatieproblemen. “Als een gezin er baat bij kan hebben, leiden we het naar de tijdelijke pleegzorg. Een kind wordt dan niet echt geplaatst in een gezin, maar wordt in functie van de noden even opgevangen in een opvanggezin. Dat kan bijvoorbeeld één weekend per maand zijn, zodat de ouders even tot rust kunnen komen.”

Van sociale naar reguliere economie

Om de werking van de spelotheek te verduidelijken, gebruikt Agnes graag een metafoor. “Ik werk als een ober. Ik loop rond met een dienblad waarop ik allerlei activiteiten en hulp aanbied. Iedereen kan kiezen wat hij nodig heeft of leuk vindt. Liever zo dan een schaker, die van bovenuit bepaalt welke pion op welk vakje van het speelbord terechtkomt.” In de spelotheek werken een aantal mensen die om verschillende redenen niet actief zijn op de arbeidsmarkt. “Een van onze vrijwilligers is een Marokkaanse mama die vroeger een voetbalkantine uitbaatte. Doordat ze een tijdlang ziek was, moest ze haar werk opgeven”, vertelt Agnes. “Zij verzorgt nu de koffie en thee voor de bezoekers.

 

André is geboren met een mentale handicap. Hij komt met plezier de koffiekopjes afwassen. Nog een andere vrijwilliger is een psychologe met heel wat ervaring die zelf een ongeneeslijke ziekte kreeg. Zij sorteert het speelgoed. Dirk wordt begeleid vanuit de psychiatrie: hij houdt ervan onze rekken te ordenen en het speelgoed bij de juiste categorie te zetten. Mensen die hier binnenkomen als vrijwilliger uit de psychiatrie zijn vaak erg angstig, hebben weinig energie en een laag zelfbeeld. Ze herontdekken hier dat ze wél iets kunnen betekenen. Na een paar maanden komen ze zelf de sleutel halen en merk je dat ze zichzelf waardevol voelen, omdat ze taken toegewezen krijgen die bij hen passen.” Kleine Klaas werkt ook samen met de VDAB: zij begeleiden de vrijwilligers op weg naar de reguliere economie. “Een van de mama’s van buitenlandse afkomst mag nu als opvoeder starten”, vertelt Agnes trots. “Een andere vrijwilliger gaat een opleiding thuiszorg beginnen. Het is spijtig dat ik die goeie krachten verlies, maar natuurlijk is het mooi dat ze weer in het reguliere circuit aan de slag kunnen.”

www.spelotheek-kleineklaas-diest.be