ouderen

Brandveilige ouderenvoorzieningen

Kan open woonconcept als veilig alternatief?
2.12.2016

Vele woonzorgcentra in Vlaanderen kennen een klassieke indeling met lange gangen en grote gemeenschappelijke eetruimtes. Deze indeling is geïnspireerd op ziekenhuisgebouwen en is interessant voor efficiënte personeelsinzet. Ze gaat evenwel vaak ten koste van gezelligheid en huiselijkheid. Hedendaagse woonzorgcentra hechten evenwel meer en meer belang aan de woonkwaliteit voor de ouderen en werken daarom meer en meer met open planconcepten. Een positieve evolutie, maar deze druist in tegen de geldende brandveiligheidsnormen die nodig zijn om de - veelal zwakkere - ouderen veilig te kunnen evacueren. Daarom heeft de Vlaamse overheid een onderzoek gedaan om na te gaan of open planconcepten ook op een brandveilige manier kunnen voor ouderenvoorzieningen.

De bestaande regelgeving voor brandveiligheid in ouderenvoorzieningen is gebaseerd op een gebouwtype waarbij een reeks individuele kamers uitgeven op een gang die functioneert als circulatieweg en als vluchtweg in geval van brand. In deze typische schikking, die zeer verwant is aan die van een verpleegeenheid in een ziekenhuis, zijn ruimtes voor gemeenschappelijk gebruik, zoals leefruimtes, zitruimtes, tv-ruimtes, gescheiden van de circulatie- en evacuatiewegen die over het algemeen twee onafhankelijke trapzalen verbinden.

In recente ontwerpen voor woonzorgcentra is er een snelle evolutie naar een grondplan waarbij de gemeenschappelijke ruimtes deel uitmaken van de circulatie- en vluchtwegen, in een zeer open configuratie. Deze gemeenschappelijke ruimtes omvatten TV-toestellen, zetels, drankautomaten, koelkasten, tot en met elementaire keukenuitrusting zoals kookplaten en koffiezetmachines. Die indeling is niet mogelijk binnen het concept van de huidige regelgeving, ook al zouden organisaties extra veiligheidsmaatregelen nemen.

Het VIPA (Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoongebonden Aangelegenheden) vroeg onderzoekers van Warrington Fire Gent en UGent de doelmatigheid van alternatieve brandveiligheidsmaatregelen in bestaande en nieuwe vormen van ouderenvoorzieningen te onderzoeken.

Het gewenste veiligheidsniveau is in ouderenvoorzieningen immers anders dan in andere gebouwen. "Ouderen zijn bijzonder kwetsbaar voor de gevolgen van blootstelling aan rook en ze zijn vaak op hulp van anderen aangewezen in geval van evacuatie. Gezien het eventueel beperkte aantal personeelsleden in de daluren blijkt de ‘defend in place’ strategie, waarbij de bewoner tijdelijk in de beschermde ruimte van de kamer blijft totdat een veilige evacuatie kan gerealiseerd worden, in veel gevallen een volwaardig alternatief te zijn voor een evacuatiestrategie waarbij men onmiddellijk overgaat tot evacuatie uit de kamer van de bewoner", schrijft VIPA.

De onderzoekers hebben via praktijktesten en simulaties het effect van de alternatieve maatregelen op de rookontwikkeling in de open leefruimte en de rookverspreiding naar de aanliggende compartimenten in kaart gebracht. "De inzichten worden vertaald in het beoordelingskader dat maatregelen formuleert die noodzakelijk zijn om de veiligheid te realiseren bij een open planopbouw. Naast de reeds geïmplementeerde maatregelen als branddetectie, deursluiters met vrijloop, opleiding van personeel, worden ook alternatieve maatregelen als automatische blusinstallaties met residentiële sprinklers en rookwerende eigenschappen voor deuren in dit beoordelingskader opgenomen. Door een aanpassing van die regelgeving kunnen nieuwe zorgconcepten dan ook op een brandveilige manier georganiseerd worden", klinkt het bij het VIPA.

Meer info over brandveiligheid voor ouderenvoorzieningen: www.vipa.be