
"Het gezin is dood, leve de gezinnen"
De helft van de gezinnen bestond vorig jaar uit gehuwde partners, terwijl dat 15 jaar geleden nog 76 procent was. Het aantal partners dat ongehuwd samenwoont, steeg in dezelfde periode van 3 tot 20 procent. Dat blijkt uit het boek "Het gezin in Vlaanderen 2.0" van het kenniscentrum Hoger Instituut voor Gezinswetenschappen (Odisee).

Vlaanderen telde vorig jaar 635.000 huishoudens bestaande uit gehuwde koppels met kinderen, in 1970 waren er dat 880.000. Het aantal ongehuwde koppels met kinderen steeg in die periode van 25.000 naar 190.000, het aantal alleenstaande ouders van 148.000 tot 226.000.
"Ouderschap in termen van samenwonen van ouders met kinderen op een bepaald moment komt steeds minder voor. Ook zijn steeds minder de twee ouders de twee biologische ouders van alle inwonende kinderen. Vroeger was partnerschap en ouderschap door het huwelijke strikt met elkaar verbonden, terwijl er nu zowel in het partnerschap als in het ouderschap veel meer verschillen zijn", merkt onderzoeker Dirk Luyten op. Hij pleit voor een meer expliciet gezinsbeleid, het verdwijnen van het huwelijksgezin maakt het beleidstechnisch wel moeilijker.
"We pleiten ervoor om een duidelijker onderscheid te maken tussen gezinsrelaties en andere sociale relaties", zegt Luyten. "Gezinnen zijn geen willekeurige netwerken, het zijn sterke sociale netwerken die van een eigen orde zijn. Hoewel gezinnen soms bijzonder kwetsbaar zijn, zien we dat gezinsrelaties meer dan andere sociale relaties blijvend en niet vrijblijvend zijn. De leden van een gezin kunnen spontaan rekenen op solidaire ondersteuning, opvang en zorg gewoon omdat men familie is van elkaar. Daarmee willen we ook niet zeggen dat men alle zorg en opvang op de gezinnen moet afschuiven. Wij pleiten er wel voor om de maatschappelijke waarde van gezinnen en het bijzondere van gezinsrelaties meer te benoemen en te ondersteunen, zonder daarbij een bepaald gezinstype als ideaal voorop te stellen."
(Belga)