welzijn & zorg

De grote trek

Of niet soms?

Harold Polis is essayist en uitgever. Voor Weliswaar blogt hij over hete hangijzers in de samenleving en hoe de tijdsgeest onze sociale omgang met elkaar bepaalt.

Wie de welvaartstaat liefheeft, houdt ook van betaalbare gezondheidszorg. We willen meer doen met hetzelfde geld. Kosten-batenanalyses zijn onze tweede natuur. Inclusie is ons mantra. Op veel plaatsen in de wereld liggen de zaken totaal anders, minder efficiënt of morsiger. In de Maghreb en het Midden-Oosten zaten onze welzijns- en gezondheidszorg mee in de koffers van de koloniale bureaucratieën die er begin vorige eeuw werden opgebouwd. Onze westerse opvattingen over zorg werden gemengd met hun lokale tradities. Als je hun eeuw in vogelvlucht overschouwt, dan herken je toch gelijkenissen met onze geschiedenis. Eerst en vooral gaat vooruitgang en de hoop op een beter leven altijd gepaard met de zoektocht naar meer gezondheid en veiligheid. Het is ook opvallend hoe sterk de verzuiling nog altijd staat in dit deel van de wereld. Behalve in de rijke oliestaten, waar het oliedividend niet altijd even oordeelkundig gebruikt wordt om welvaart te creëren, wordt zorg er in grote mate georganiseerd door religieuze en politieke verenigingen. Dat bevordert de gelijkheid niet meteen en laat ook veel ruimte voor corruptie, maar zeker in grote delen van het Midden-Oosten zijn de zuilgebonden organisaties nog de enige garanten van een zorgbeleid. In zulke omstandigheden neemt ook het belang van liefdadigheid en buitenlandse hulp exponentieel toe. Tientallen liefdadigheidsverenigingen en ngo’s proberen elke dag de zorg aan te bieden die niet wordt georganiseerd door de staat. Ruimte voor frivole dingen is er uiteraard niet. Het gaat om puur overleven.

Neem nu Syrië. Het ministerie van gezondheid van het Syrische regime verhoogde op 17 augustus jongstleden de prijs van geneesmiddelen met welhaast 50%. In het gebied dat door de rebellen en de oppositie wordt bestuurd, verdubbelen daardoor de prijzen. Als er al medicijnen zijn en als ze kunnen worden geleverd, want dat is in een oorlogsgebied allerminst een zekerheid. Hoe moet je in die ellende het hoofd boven water houden als je ziek bent? Zonder de inzet van, bijvoorbeeld, de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) zou het welzijn van de achtergebleven bevolking nog slechter beschermd worden. Tot september kregen 9 miljoen mensen medische zorgen dankzij humanitaire hulp. Dat gaat niet zonder gevaar, want lokale gezondheidszorg vormt steeds vaker het doelwit van aanslagen. Zo werden er in juni alleen al 15 ziekenhuizen aangevallen, waarbij vooral dokters geviseerd werden. In de maandelijkse rapporten van de WHO kan je volgen hoe die oorlogschaos de gezondheid beïnvloedt. Het aantal gevallen van tyfus, Maltakoorts en andere minder gezellige aandoeningen piekt. Allemaal indicaties dat de menselijke reserves in dit land na vier jaar burgeroorlog volledig zijn opgebruikt. De grote groepen Syrische vluchtelingen in Jordanië, Libanon en Turkije leken onzichtbaar voor ons. Vluchtelingenkampen en humanitaire hulp wekken de indruk dat de crisis doelgericht wordt beheerd, mede dankzij westers geld. Maar het onderliggende probleem woekert voort. Er is geen land meer, geen veiligheid, geen zorg. Misschien is het vooral vreemd dat de grote trek van die honderdduizenden naar Europa nemen ons zo heeft verrast.