welzijn & zorg

"Eigenlijk is iedereen anders"

De essentie volgens Pascale Platel
9.03.2016
Foto's
Stephan Vanfleteren

Actrice Pascale Platel staat samen met Frank Brichau op de planken met En al mee eene keer. Een stuk over een man en een vrouw, over perfect zijn en imperfecties, over communiceren en de moeilijkheden in die communicatie met de ander.

Frank Brichau speelt bij Theater Tartaar, een gezelschap met acteurs met een beperking. Hij heeft het syndroom van Down. Dat was nieuw voor Pascale: “Ik kende niemand met Down, maar tijdens de audities merkte ik meteen dat het klikte met Frank. Je verstaat hem niet altijd, omdat hij wat onduidelijk spreekt. Tegelijk begrijp je hem wél, omdat zijn emoties en lichaamstaal veel zeggen. Ik vind dat hij prachtig beweegt. Hij heeft zijn eigen manier van bewegen, heel accuraat en minutieus. Alles wat hij doet, is mooi.”

“Maar hij heeft ook autisme. Dat maakt dat hij vaak in zijn eigen wereld zit. Hij is van nature heel bescheiden, en zal niets zeggen als je hem niets vraagt. En toch speelt hij graag. Alles wat hij zegt, improviseert hij. Als hij op het podium tegen mij zegt: ‘Doe eens normaal’, dan zit hij er boenk op.”

Pascale legt liever niet te veel nadruk op de beperkingen van Frank. “Ik wilde een man en een vrouw spelen. Geen persoon met een handicap en een vrouw. Hij is ook een man, meer dan alleen zijn handicap, en hij gaat op zijn eigen manier in interactie met mij. Hij spreekt een ander soort taal en heeft zijn eigen manier van bewegen. Maar wat is normaal en wat is anders? Eigenlijk is iedereen anders, toch? Het gaat over communiceren en de gebrekkige mogelijkheid om te communiceren. Frank communiceert met gevoel.”

"Mensen met een beperking doen ons stilstaan bij hoe we zelf zijn."

“Er zijn nog andere gasten bij Theater Tartaar die niet snel iets zullen zeggen, of zelfs geen woord zeggen. Daar moet je niet uitbundig op afstappen en vragen hoe het gaat, want dan krijg je geen reactie. Je moet er rustig bij gaan zitten en kijken. Eigenlijk is je contact met mensen zonder handicap vaak niet zo diep. Maar als je erin slaagt echt contact te maken met iemand met beperkingen, gaat het tien keer dieper en is het niet te vergelijken met een gesprek met iemand zonder beperkingen. Het is veel intenser en ontroerender. Ik overschatte Frank in wat hij kon, maar ik onderschatte wat hij begreep. Soms kon hij plots iets zeggen waar ik zo door geraakt werd dat ik even moest stoppen met de auto. Hij heeft charisma. Bij sommige mensen voel je aan dat ze iets te vertellen hebben wat jij wil weten. Iedereen die Frank leert kennen raakt van hem in de ban. Je merkt dat zijn aanwezigheid iets doet, zonder dat hij daar iets voor doet. Het is moeilijk te omschrijven. Hij is gewoon zichzelf.” Soms moest Pascale geduld oefenen in de samenwerking met Frank. “Hij heeft een soort koppigheid. Als hij zich wil terugtrekken op het toilet, dan doet hij dat en neemt zijn tijd. Als hij koffiedrinkt, doet hij alleen maar dat. Dat was wennen voor mij. Ik kan soms ook traag zijn, thuis, maar eens ik buiten kom moet het vooruitgaan. Soms gingen we wandelen en zei hij niets. Eigenlijk was het een oefening in mindfulness.”

Van een andere planeet

“Een van de begeleidsters van Frank zei ooit: ‘Het lijkt soms alsof ze van een andere planeet komen om ons dingen te leren.’ Dat vond ik treffend. Mensen met een beperking doen ons eens stilstaan bij hoe we zelf zijn. Soms ben ik heel zenuwachtig, en dan zit Frank daar als de rust zelve. Net als bij kinderen is hun pure onschuld confronterend. Je kan hem niets wijsmaken. Ook al begrijpt hij niet altijd alles, jouw emoties zal hij altijd doorzien. Dat begrip komen we in het dagelijkse leven misschien niet meer genoeg tegen. Ik ben graag samen met deze mensen, omdat ze me verrassen. Ze intrigeren me. Het zou normaler moeten zijn om hen te ontmoeten, we zouden ze wat vaker spontaan moeten tegenkomen. Ze zijn een meerwaarde in onze maatschappij. Frank verplicht je om warmer en opener te zijn, meer in het nu te leven en zelf ook op je strepen te staan.”

Ze praat veel over haar tegenspeler, maar dat wil niet zeggen dat ze zichzelf wegcijfert. “Ik ben ijdel, ik heb een ego. Ik ga me niet kleiner maken voor hem. Hoe stouter ik ben, hoe stouter hij wordt. Als we ons allebei zouden moeten aanpassen, zou ik dat niet ok vinden. Ik mag groot en stout zijn, hij mag stotteren en toch sterk zijn. Het moet niet lief en braaf zijn. Als je te betuttelend bent, valt hij in slaap. Als je naar hem kijkt, en blijft kijken, zegt hij: ‘Zeg hé!’ Maar dan is hij wél wakker. Het stuk gaat ook over imperfecties, niemand moet perfect zijn. Het stuk is een ode aan hem, en dat lukt alleen als ik tegen hem inga, zodat hij kan laten zien dat hij er staat.”

 

 

Theater Tartaar gaat met En al mee eene keer op tournee door Vlaanderen tot in 2017: www.theatertartaar.be