kinderen & jongeren

Geef de wereld een thuis

Pleegzorg voor niet-begeleide minderjarigen op de vlucht
23.10.2017
Foto's
Cia Jansen

Hussain vluchtte op zijn zestiende in zijn eentje voor de oorlog in Afghanistan. Via veel omwegen kwam hij – op zoek naar een veilige thuishaven – in ons land terecht. Na korte verblijven in asielcentra in Brussel en Sint-Truiden en een korte periode waarin hij zelfstandig woonde, ontmoette hij Jan en Karolien. Na overleg met Pleegzorg Vlaanderen besloten zij Hussain tijdelijk op te nemen in hun gezin.

Wie het verhaal van Hussains vlucht hoort, kan niet anders dan kippenvel krijgen. Als zestienjarige vluchten door landen waarvan je de taal niet spreekt, waar je niemand kent, noch onderdak hebt: je doet het niet voor je plezier. Via onder andere Turkije, Bulgarije, Hongarije, Oostenrijk en Frankrijk kwam Hussain uiteindelijk in ons land terecht. Hussain: “Eigenlijk was mijn einddoel Parijs. Daar sliepen we in de winter in een park. Ik was vast gestorven als ik daar gebleven was, want niemand hielp ons. Dus namen we de trein naar Brussel. Daar heb ik een tijdje in het Zuidstation geslapen, omdat het buiten zo koud was. Hoewel we de taal niet spraken, slaagden we er toch in te weten te komen waar we moesten zijn om asiel aan te vragen. Toen hebben ze me in een asielcentrum in het Brusselse geplaatst en na een korte periode werd ik overgeplaatst naar Sint-Truiden. Het was in volle asielcrisis, alle centra zaten overvol.”

Uiteindelijk kreeg Hussain een studio toegewezen in Alken, kon hij een beroep doen op een weekbudget en volgde hij les. In de OKAN-klas (Onthaalklas Anderstalige Nieuwkomers) leerde hij snel goed Nederlands spreken. Jan werd zijn wiskundeleraar. Hussain houdt niet van wiskunde, maar was toch blij Jan te leren kennen. “Ik maakte me wat zorgen om Hussain, omdat hij niet altijd op tijd in de les raakte en er vaak bezorgd en ongezond uitzag”, vertelt Jan. Hij nodigde Hussain uit om eens bij hem thuis te komen eten. Van het ene kwam het andere en al gauw kwam Hussain meerdere keren per week langs. Wanneer hij de laatste bus naar huis miste, bleef hij slapen. “Het maakte me echt gelukkig dat ik bij Jan en Karolien op bezoek kon gaan”, zegt Hussain. “Anders moest ik altijd alles alleen doen: koken, eten… Ik voelde me vaak eenzaam.” Jan en Karolien overlegden met elkaar en met Pleegzorg Vlaanderen en een half jaar voor hij 18 werd, trok Hussain permanent in bij het gezin.

Screening op maat

Omdat de vraag voor pleegzorg van niet-begeleide minderjarige vluchtelingen groot is, zorgt Pleegzorg Vlaanderen ervoor dat kandidaat-pleegouders voor deze doelgroep op een aangepaste manier gescreend worden. Alle vormen van gezinnen kunnen in aanmerking komen, ook alleenstaanden. Stabiliteit en draagkracht zijn de belangrijkste criteria, zoals voor elke pleegzorgsituatie, en specifiek voor de opvang van vluchtelingen komen daar cultuursensitieve vaardigheden bij.

De screeningsprocedure voor bestandspleegzorg – waarbij er vooraf geen band is tussen de jongere en de pleegzorger – is een combinatie van individuele gesprekken en groepsmomenten. Tijdens de procedure wordt nagegaan of kandidaat-pleegzorgers voldoen aan de criteria voor pleegzorg: open en duidelijk zijn in contacten, ouderschap delen en samenwerken als een team, een positief zelfbeeld en positieve gedragsverandering ondersteunen en de invloed van pleegzorg op de eigen situatie inschatten.

Een minderjarige vluchteling kan ook binnen zijn eigen sociaal of familiaal netwerk worden opgevangen (netwerkpleegzorg). Het grootste deel van de jongeren die op dit moment in pleegzorg verblijven (76%) heeft een thuis gevonden bij een oom, tante, broer, zus, steunfiguur of leerkracht. Deze netwerkgezinnen worden gescreend door Pleegzorg Vlaanderen en moeten voldoen aan dezelfde voorwaarden.

Is het wel veilig?

Met die cultuursensitieve vaardigheden zat het wel goed bij Jan en Karolien. Al vroeg zij zich in het begin wel even af hoe je best eten klaarmaakt voor een moslim. Dat bleek niet al te moeilijk: zo lang er geen varkensvlees op het menu stond, was het goed voor Hussain. “Ook wanneer Jan met de kinderen naar de winkel ging en ik alleen thuis bleef, vroeg hij of het wel veilig was dat ik alleen thuisbleef”, vertelt Karolien. “Dat was in Afghanistan blijkbaar niet evident. En ook bij een herfstwandeling in het bos was hij aanvankelijk niet op zijn gemak en kroop hij weg achter mijn rug. Toen heb ik hem toch ook snel duidelijk gemaakt dat het provinciaal domein echt wel veilig was om rond te wandelen.”

Hoe gingen de kinderen van Jan en Karolien om met de komst van Hussain? Dochter Lene wilde alles weten: waarom komt Hussain bij ons? Waarom moest hij weggaan uit zijn land? “Aanvankelijk was ze een beetje afstandelijk,” vertelt Karolien, “maar toen ze wist hoe alles zat, werd Hussain meteen haar grote broer, voor altijd. Zij leefde erg met hem mee, was mee verdrietig als de telefoonverbinding met Afghanistan niet lukte en hoopt dat het ooit veilig genoeg is in Afghanistan zodat Hussain terug kan naar zijn moeder, zijn zus en zijn familie. Ze wil dan graag met hem mee, op vakantie naar Afghanistan. Nu Hussain zelfstandig woont, vindt ze dat hij veel te weinig langskomt. Ze zegt soms ook dat we geen vragen mogen stellen, omdat Hussain dan verdrietig wordt.” Zoontje Sikole luistert ook mee naar de verhalen, maar laat ze sneller van zich afglijden. “Hij is makkelijker aanhankelijk, maar praat er minder over”, vult Jan aan.

Blij maar ook verdrietig

Pleegzorg Vlaanderen wil benadrukken dat – naast de moeilijkheden – deze jongeren heel veerkrachtig zijn. Ze zijn meestal uitgekozen door de familie omdat ze sterk zijn en dat blijkt vaak ook zodra ze in België zijn. Ze zijn erin geslaagd om hun vlucht te overleven en maken er hun doel van om hier te studeren en te werken om zo hun familie te helpen. De jongeren die gemotiveerd zijn om in een pleeggezin op te groeien, leren meestal snel Nederlands en doen het goed op school. De ondersteuning door de pleegzorgers is dan ook een belangrijke factor als het over school gaat.

 “Soms wil ik echt mijn papieren teruggeven en teruggaan naar mijn eigen land.”

Hussain ging mee op vakantie met het gezin. Hij vond het erg leuk, maar op een dag bleef hij toch de hele dag in bed, omdat hij zich schuldig voelde tegenover zijn mama en andere familieleden die achtergebleven zijn in Afghanistan. “Soms wil ik echt mijn papieren teruggeven en teruggaan naar mijn eigen land. Mijn hart bloedt dan en ik kan urenlang echt verdrietig zijn. Dan kan ik me niet concentreren en kom ik overal te laat”, vertelt Hussain.

Karolien stelt Hussain gerust: “We weten dat je je soms zo voelt, dat je hart pijn doet. Tegen onze kinderen zeggen we dat ook: zodra het kan, zal Hussain waarschijnlijk teruggaan naar Afghanistan. Hij is blij dat wij hem opvangen, maar wij kunnen nooit zijn eigen familie vervangen.” “Ik voel me hier echt goed,” zegt Hussain, “en ik ben Jan en Karolien heel erg dankbaar. Zolang ik in België ben, weet ik dat ik altijd bij hen terechtkan. Ik zal hen nooit vergeten.”

De biologische ouders zijn bij minderjarige vluchtelingen erg ‘aanwezig in hun afwezigheid’, weet ook Pleegzorg Vlaanderen. Kinderen en jongeren ervaren een enorm gemis. Pleegzorg Vlaanderen raadt aan dat pleegouders de biologische ouders, ook al zijn ze ver weg, een plaats geven in het leven van de kinderen. Als er contact mogelijk is met de ouders, neemt de dienst voor pleegzorg contact op met hen en wordt – als het mogelijk is – ook een kennismakingsmoment voorzien met de pleegouders. Het is van groot belang dat de biologische ouders hun akkoord geven voor het verblijf van hun kind in een ander gezin. Zo voelt het kind dat het oké is voor de ouders dat het zich hecht in een ander gezin. Sommige jongeren hebben immers het gevoel dat ze hun ouders onrecht aandoen of hun gezin van herkomst vervangen wanneer ze naar een pleeggezin gaan. Als er een goed contact is tussen de pleegouders en de ouders, wordt er al veel druk van de kinderen hun schouders gehaald.

Aan de slag

Ondertussen woont Hussain zelfstandig en werkt hij al bijna een jaar als klusjesman in het asielcentrum in Sint-Truiden. “Hij is geliefd bij zijn collega’s,” zegt Jan, “en dat ligt vooral aan Hussain zelf. Hij doet zijn werk graag en goed en staat altijd klaar om collega’s te helpen. Hussain kreeg een jaarcontract. Dat loopt binnenkort af, maar ze gaan kijken of ze het toch niet kunnen verlengen.”

Jan vindt het heel belangrijk dat minderjarige vluchtelingen een gezin hebben dat hen

Permanent gezocht: pleeggezinnen voor elke vorm van pleegzorg

Er is nog altijd een grote toestroom van niet-begeleide minderjarige vluchtelingen in België. In 2016 kwamen er 2.927 aan.

 

Op dit moment staan 60 niet-begeleide minderjarige vluchtelingen op de wachtlijst voor pleegzorg. Pleegzorg Vlaanderen zoekt niet alleen pleeggezinnen voor minderjarige vluchtelingen, maar ook voor Belgische kinderen en jongeren die door omstandigheden (tijdelijk) niet thuis kunnen wonen. Daarnaast zoeken ze ook plekken voor volwassenen met een handicap of psychische kwetsbaarheid, die niet voldoende vaardigheden hebben om zelfstandig te wonen.

Interesse om pleegouder te worden, maar twijfel je nog? Kijk dan eens op www.pleegzorgvlaanderen.be voor meer informatie.

ondersteunt, helpt papieren in orde te brengen, wat warmte en aandacht geeft, helpt te integreren. “Anders blijven ze vastzitten in een groepje van jonge landgenoten, leren ze onze samenleving veel moeilijker kennen en komen ze veel minder of bijna niet in contact met andere Belgen.”

Karolien hielp Hussain tweedehandsmeubeltjes te zoeken. Die kon hij kopen met een starterspremie van het OCMW. Hussain had als minderjarige ook een voogd. Die woonde wel wat verder weg, maar deed erg zijn best om Hussain te helpen bij zijn administratie. “Maar een voogd heeft niet de mogelijkheid om het erg persoonlijk aan te pakken”, weet Jan. “Ze hebben er de tijd niet voor en het hoort ook niet tot hun takenpakket. Daarom is het goed een pleeggezin of meter of peter te hebben die zich over de persoonlijke kant van het leven buigt.”

Ondertussen is Hussain 19 en heeft hij zijn land nooit anders gekend dan in staat van oorlog. “Hij blijft in onrust leven”, weet Karolien. “Af en toe krijgt hij nieuws dat er op twee straten van zijn huis weer gevechten uitgebroken zijn, en dan kan hij zijn mama op dat moment niet bereiken. Daardoor leeft hij toch altijd met zorgen. We hopen allemaal dat de situatie daar ooit verbetert, zodat Hussain kan terugkeren naar zijn familie en dat wij hem in zijn thuisland kunnen gaan bezoeken.”