welzijn & zorg

Genoeg hulp voor iedereen...

... en een beetje meer voor wie het nodig heeft

Monopoly: iedereen heeft het al wel eens gespeeld. En elke keer zit er wel iemand aan het speelbord die gefrustreerd verzucht: ‘Het is niet eerlijk.’ Nochtans start iedereen op dezelfde startpositie met hetzelfde geldbedrag. Pas vanaf de eerste worp met de dobbelsteen, spelen geluk en toeval een rol. Wie de hoogste ogen gooit, mag als eerste starten, en kan als eerste gronden kopen en huizen bouwen. Wie volgt, moet huur betalen. Wie als eerste kan vertrekken heeft dus een voordeel, en dat voordeel versterkt zichzelf alleen maar. Net als in het echte leven? Ja, maar met dat verschil dat we in het echte leven niet eens met gelijke middelen starten. Deze vergelijking maakte Wim Van Lancker tijdens de studiedag van het Expertisecentrum Opvoedingsondersteuning (Expoo) over proportioneel universalisme. 

Dit fenomeen kennen we ook wel als het mattheuseffect: wie arm geboren wordt, wordt steeds armer, en de rijken steeds rijker. Daarom gaan er steeds meer stemmen op voor proportioneel universalisme, of ‘selectiviteit binnen de universaliteit’. Dat vat mooi samen waar het over gaat: je bouwt een universele dienstverlening uit, en daarbinnen ga je meer doen voor mensen met meer noden en meer middelen inzetten waar ze meer nodig zijn. Zo wordt er in de wetenschap en in het beleid veel nadruk gelegd op het belang van voorschoolse kinderopvang. De hele samenleving zou er op vooruitgaan als we hier meer in investeren, het zou de beste manier zijn om ongelijkheid te bestrijden. Maar nu wordt de ongelijkheid versterkt omdat er in armere wijken meer plaatsen tekort zijn dan in meer gegoede buurten. 

Volgens kinderrechtencommissaris Bruno Vanobbergen moeten de Huizen van het Kind dit beleid van proportioneel universalisme niet enkel uitvoeren, maar ook een signaalfunctie opnemen. Naast de zorg voor kinderen en gezinnen kunnen ze ook polsen bij ouders of ze wel kinderbijslag ontvangen. Zo vormen ze de perfecte barometer voor het lokale en Vlaamse beleid. Loskomen van vaste taken en een bredere bril opzetten is niet vrijblijvend. Dat kost tijd, geld, moeite, en bloed, zweet en tranen, maar kan wel het mattheuseffect verkleinen. Een aantal Huizen van het Kind gaan naast hun basisdienstverlening ook stilaan de verbinding met de jeugdhulp aan, en maken zo de jeugdhulp laagdrempeliger en toegankelijker. Zo delen ze ook verantwoordelijkheid, in plaats van verantwoordelijkheid te verdelen. En dat komt iedereen ten goede, en vooral wie daar het meeste baat bij heeft.