granen
gezondheid

Iedereen glutenvrij?

23.04.2014
Foto's
Jan Locus

Glutenvrij eten is de afgelopen jaren uitgegroeid tot dé trend voor iedereen die bewust met voedsel en gezondheid bezig is. Voor mensen met glutenintolerantie lijkt dat een zegen, maar tegelijk neigt het ook hun aandoening te minimaliseren: iederéén lijkt tegenwoordig wel glutenintolerant. Waar komt deze hype vandaan? Wat is de rol van de medische wereld en de voedingsindustrie? En gebruiken we voeding vandaag niet vooral om ons sociaal te onderscheiden?

De Britse actrice en dieetgoeroe Gwyneth Paltrow kwam er als eerste mee af: glutenvrij eten. Zonder gluten voelt ze zich een ander mens: gezonder, minder moe en gelukkiger. Ook tennisster Novad DJokovic beweert zich glutenvrij beter te voelen. En als we de lifestyle- en gezondheidsmagazines mogen geloven, is glutenvrij eten dé oplossing voor alle kwaaltjes: opgeblazen gevoel, overgewicht en depressie. Overal duiken glutenvrije restaurants op. Tegenwoordig kan je in elke buurtsupermarkt glutenvrije producten kopen. Ook artsen pikken een graantje mee. In zijn boek Broodbuik legt de Amerikaanse cardioloog William Davis een verband tussen gluten en artritis, autisme, schizofrenie, ADHD en overgewicht. Van het boek zijn intussen wereldwijd al meer dan een miljoen exemplaren verkocht. Op korte tijd is glutenvrij dé trend geworden voor mensen die bewust met voedsel en gezondheid bezig zijn. Maar wat zijn gluten precies? Wat betekent het om glutenintolerant te zijn? En zet een glutenvrij dieet ons op weg naar een gezonder leven?

Gluten? Euh...

Een eenvoudige rondvraag brengt al snel duidelijkheid: veel mensen zijn op de hoogte van het bestaan van gluten, maar weten niet precies wat gluten zijn of wat ze 'aanrichten'.


Dr. Marleen Finoulst, Bodytalk: "Het is puur geldgewin. De industrie surft mee op een hype die geënt is op een aandoening die maar een klein deel van de bevolking treft. Bovendien zijn ook sommige artsen niet onschuldig."

“Gluten is een complex eiwit dat in verschillende graansoorten zit”, zegt Marleen Finoulst, hoofdredacteur van het magazine Bodytalk. Zij is als arts verbonden aan het Belgisch Centrum voor Evidence-Based Medicine in Leuven. “Het zit in tarwe, rogge, gerst, spelt en khorasantarwe. Je vindt het voornamelijk in brood en pasta, maar ook in voorverpakte, bewerkte en bereide producten zoals sausen, bereide vleeswaren, melkdesserts, bouillonblokjes, gepaneerde producten, koekjes en gebak.” De meeste mensen kunnen gluten perfect verteren, maar ongeveer 55.000 Belgen kunnen dat niet. Zij lijden aan coeliakie of glutenentheropathie: een aangeboren, chronische darmaandoening waarbij het darmslijmvlies aangetast wordt door het eten van gluten. Voor hen veroorzaakt het eten van gluten de meest uiteenlopende symptomen: buikpijn, diarree, flatulentie, gewichtsverlies of een opgeblazen gevoel. Ook huiduitslag, vermoeidheid, bloedarmoede en afwijkende levertests zijn mogelijk. De enige behandeling voor coeliakie is een glutenvrij dieet.

Van nobele onbekende...

Van de 55.000 coeliakiepatiënten in België zijn er nauwelijks 5.500 werkelijk op de hoogte van hun ziekte. Toch zien ze bij de Vlaamse Coeliakievereniging dat de interesse in glutenvrij eten de afgelopen jaren sterk gestegen is. Ook bij mensen zonder coeliakie. “We krijgen meer vragen en telefoons dan vroeger”, zegt ondervoorzitter Katrien Doclo. “Het is duidelijk een onderwerp dat leeft. Sommige mensen willen glutenvrij eten omdat ze vage darmklachten hebben. Hun arts zegt dat het beter zou zijn om gluten te vermijden. Anderen zeggen dat het hen helpt om een gezonder leven te leiden. Toch is het gros van de mensen die contact met ons opnemen, wel degelijk coeliakiepatiënt.”
Marleen Finoulst vindt de grote interesse voor de aandoening en het dieet 'buitenproportioneel'. “We kunnen gerust spreken van een hype”, zegt ze. “Celebrities als Gwyneth Paltrow en Novad Djokovic zijn hiervoor grotendeels verantwoordelijk. Ze zijn een glutenvrij dieet begonnen en plots loopt de halve wereld als een schaap achter hen aan. Commerciële bedrijven zien er brood in, en creëren een vraag die er voorheen niet was.”

Iederéén lijkt wel glutenintolerant te zijn tegenwoordig

Nochtans is coeliakie een vrij 'jonge' ziekte. Tot een aantal decennia geleden werd ze als een zeldzame aandoening beschouwd en doken er nauwelijks mensen op die geen gluten verdroegen. Vandaag blijkt uit zowel Zweeds, Deens als Amerikaans onderzoek dat het aantal gevallen van mensen met coeliakie tussen 1970 en 2000 zowaar verdubbeld is. “Het aantal coeliakiepatiënten is de afgelopen veertig jaar inderdaad sterk gestegen”, zegt gastro-enteroloog Martin Hiele (UZ Leuven), die medisch raadgever is van de Vlaamse Coeliakievereniging. “Daar zijn verschillende redenen voor. De verandering in voeding, nieuwe infecties, medicatiegebruik van de moeder tijdens de zwangerschap of infecties die je gehad hebt als kind. Maar er zijn ook maatschappelijke verklaringen. Er is vandaag een groter bewustzijn rond gluten en glutenvrij eten. We praten er vaker over, de informatie is toegankelijker en mensen laten zich makkelijker testen. Daardoor wordt de ziekte ook beter opspoorbaar.”

...tot hype

Vandaag eten veel mensen dus glutenvrij om verschillende redenen. En die zijn niet altijd medisch geïnspireerd. “Vaak laten ze zich inderdaad beïnvloeden door beroemdheden of bekende mensen,' zegt Martin Hiele. 'Als de hype ook nog eens door een arts bevestigd wordt, zoals in het boek Broodbuik, laat het grote publiek zich helemaal makkelijk overtuigen.”

Coeliakiepatiënten zelf hebben gemengde gevoelens bij de hype. Enerzijds vinden ze het positief, omdat er aandacht komt voor de aandoening en er een groter aanbod van glutenvrije producten bestaat. Maar er is ook een andere kant aan het verhaal. Katrien Doclo is zelf ook coeliakiepatiënt: “We worden niet door iedereen met evenveel respect behandeld. Wanneer ik met mijn dochter – die ook coeliakie heeft – uit eten ga, moet ik soms een ware strijd leveren. Want daar komen ook mensen die géén coeliakie hebben. Zij komen om een keertje glutenvrij te eten, maar voor ons is het bittere ernst. Als wij dan vragen of het echt wel glutenvrij is, worden we vaak onvriendelijk behandeld of meewarig aangekeken.”

Wat zijn gluten precies? Wat betekent het om glutenintolerant te zijn? En kan een glutenvrij 
dieet de weg naar een gezonder leven betekenen?

“Dat is het spijtige aan de hele zaak”, zegt Marleen Finoulst. “Het vraagt moeite om tijdens het koken alles gescheiden te houden. Wanneer je dan ziet dat het merendeel van het cliënteel niet écht ziek wordt van gluten te eten, maar het eigenlijk doet omdat het goed staat of omdat je er van afvalt, gaan chefs al sneller foutjes maken. Je vraagt je af in welke mate die glutenvrije restaurants dan écht glutenvrij zijn.”

Wat voor velen een last is om te dragen, is voor anderen een keuze, een levensstijl. “Ik vind dat iedereen moet doen waar hij zin in heeft”, zegt Eline Schmidt (33), moeder van Rosanne (3,5), die coeliakie heeft. “Een glutenvrij dieet volgen kan wat mij betreft ook als je geen coeliakiepatiënt bent. Maar ik wil graag dat mijn dochters aandoening ernstig genomen wordt. En dat is niet altijd het geval. Ik heb vaak het gevoel dat we als aanstellers worden gezien, net omdat het vandaag zo'n hype is om glutenvrij te eten. Alsof we meesurfen op die modegolf. Maar zij heeft het echt. En dan is het lastig om ernstig genomen te worden.”

Er is 'iets'

Naast de hippe vogels zijn er wel degelijk ook niet-coeliakiepatiënten die zich beter voelen bij een glutenvrij dieet. Ze worden niet-coeliakiesensitievengenoemd. “Er is een groot verschil tussen coeliakie en niet-coeliakiesensitiviteit”, zegt Martin Hiele. “Coeliakie is een ziekte die je kan opsporen door middel van strenge tests en een biopsie van de dunne darm. Niet-coeliakiesensitiviteit is een complex fenomeen waar we vandaag nog niet zoveel over weten. Wat we nu zien is dat veel mensen  darmklachten hebben na het eten van gluten en zich beter voelen bij het volgen van een glutenvrij dieet. Hoe dat precies komt, weten we ook nog niet. Uit onderzoek blijkt dat er wel degelijk 'iets' is. We vinden soms ontstekingscellen in de darmwand. Toch beantwoorden die mensen niet aan de criteria voor coeliakie. De meningen zijn verdeeld. Sommige artsen geloven dat het wél te maken heeft met een reactie tegen gluten, anderen denken dat de zogenaamde FODMAPS of fermenteerbare koolhydraten er verantwoordelijk voor zijn.”

Wat voor velen een last is om te dragen, 
een ziekte waar ze moeten mee leren leven, 
is voor anderen een keuze, een levensstijl.

Over FODMAPS is al veel inkt gevloeid. Het zijn kleine moleculen of koolhydraten die slecht of niet opgenomen worden door de dunne darm en rechtstreeks in de dikke darm terechtkomen. Daarin zitten veel bacteriën. Die fermenteren zeer snel de FODMAPS, waardoor er gas vrijkomt. FODMAPS zitten in veel voedsel, ook in graanproducten, en een glutenvrij dieet is vaak ook een laag-FODMAP-dieet. Dat zou dus een afname van de klachten kunnen verklaren. 
“Het onderzoek naar de FODMAPS is dubieus”, zegt Finoulst. “Er bestaat vooralsnog geen duidelijkheid over. Men weet niet of ze de oorzaak zijn van de klachten. Wat artsen volgens mij vaak doen is een uitleg zoeken onder druk van de coeliakie-hype, om toch maar een verklaring te hebben voor de patiënt, die al vaak in die richting denkt.”

Glutenvrij is ongezonder

Zowel Marleen Finoulst als Martin Hiele zijn het er over eens dat een glutenvrij dieet voor mensen zonder coeliakie of coeliakiesensitiviteit geen enkel gezondheidsvoordeel inhoudt. “Er is geen wetenschappelijk bewijs dat gluten schadelijk zouden zijn voor mensen zonder coeliakie,” zegt Finoulst. “Dat hebben verschillende studies al uitgewezen. Denken dat je gezonder door het leven gaat of zal afvallen omdat je geen gluten eet, is larie.” Integendeel, zo blijkt nu. Granen en vooral tarwe zijn een belangrijk onderdeel van ons dagelijks voedsel – dat zijn ze al duizenden jaren. Zomaar  essentiële bouwsteen schrappen is per definitie ongezond. Het gevolg is een eenzijdig eetpatroon – met een risico op een tekort aan vitamines B en E, maar ook aan ijzer en vezels.

Er zijn veel glutenvrije vervangproducten op de markt, maar die bevatten vaak meer suiker, zout en vet dan normale producten en minder noodzakelijke vezels, vitaminen en mineralen.

Tegenwoordig zijn er wel veel glutenvrije vervangproducten op de markt, maar die bevatten vaak meer suiker, zout en vet dan normale producten en minder noodzakelijke vezels, vitaminen en mineralen. Het toonaangevende Britse bladTime publiceerde recent een onderzoek over de inhoud van glutenvrij brood. Daaruit bleek dat het onder andere zeer veel suiker bevat. Andere glutenvrije producten bevatten bijna altijd maïsmeel, suiker of suikervervangers en koemelkproducten. Wie glutenvrij eet om af te vallen is er dus aan voor de moeite. “Het is moeilijk om dit duidelijk te maken aan mensen”, zegt Finoulst. “Omdat ze er zo graag in wíllen geloven dat het gezonder is om glutenvrij te eten. Zelfs als je ze vertelt dat ze er juist soms van bijkomen, geloven ze je niet.”
“Wie glutenvrij eet, zal misschien wel afvallen”, zegt Katrien Doclo. “Maar dat komt niet omdat je geen gluten eet. Dat komt omdat je op je voeding let en omdat je behalve pasta en brood, ook geen soepjes of snoep of ijs of bier meer mag eten of drinken. Daar zitten dikmakers als suiker en koolhydraten in, maar de gluten op zich veranderen niets aan je gewicht.”

Het Angelina Jolie-effect

Volgens Marleen Finoulst is de massale uitbreiding van het glutenvrije aanbod in de horeca en supermarkten grotendeels commercieel geïnspireerd. “Het is puur geldgewin”, zegt ze. “De industrie surft mee op een hype die geënt is op een aandoening die maar een klein deel van de bevolking treft. Bovendien zijn ook sommige artsen niet onschuldig. Een boek als Broodbuik is je reinste bedrog.”
Waarom staan we als consument en patiënt niet kritischer tegenover het voedsel dat ons aangeboden wordt? Het gaat tenslotte toch over onze gezondheid?  Marleen Finoulst: “De rol van celebrities op het gedrag van mensen is enorm. Als Gwyneth Paltrow zegt: dit is mijn geheim en als je dat volgt, zal je er net als mij uitzien. Dat heeft veel invloed. Angelina Jolie liet haar beide borsten amputeren omdat ze borstkankergenen heeft, en wat zien artsen in genetische centra nu? Dat het aantal vrouwen dat erfelijk belast is met borstkankergenen en nu een dubbele borstamputatie wil, zienderogen stijgt. In de wetenschappelijke literatuur noemt men dat nu al het Angelina Jolie-effect.”

Wanneer het over voeding gaat, wordt er veel aangenomen en geloofd.

Finoulst: “Terwijl het Kenniscentrum voor Gezondheid van de Federale Overheid onlangs nog een rapport rondstuurde waaruit bleek dat een preventieve amputatie zeker niet altijd nodig is. Hetzelfde verhaal bestaat voor brood. Ook daar hebben een aantal celebrities en artsen zich achter het wetenschappelijk compleet ongefundeerde verhaal geschaard dat brood schadelijk zou zijn – terwijl nu nog maar eens een studie is verschenen dat brood en volle granen perfect gezond zijn. Het gros van de artsen en experten gaat daar dan wel tegenin, maar blijkt in de praktijk weinig invloed te kunnen uitoefenen. De meeste patiënten luisteren selectief. Bij velen zit het ook tussen de oren. Geloven dat je beter wordt van een glutenvrij dieet is soms al genoeg om je ook effectief beter te voélen.”

Religieus eten

Wanneer het over voeding gaat wordt er dus veel aangenomen en geloofd. Voeding en gezondheid gaan in veel gevallen hand in hand. Soms lijkt die relatie religieuze vormen aan te nemen, waarbij de believers tegenover de non-believersstaan. Niet zelden gaat het er bitsig aan toe. “Ik heb ooit een lezing gegeven over bijgeloof”,  zegt Finoulst. “Mijn kritische blik werd niet gewaardeerd. Mensen stonden op, werden kwaad, interpreteerden wat ik zei als een persoonlijke aanval. Ik werd van het podium gehaald en verdween langs de achteruitgang.” Finoulst heeft tot op zekere hoogte begrip voor dergelijke reactie. “Het is moeilijk om te aanvaarden dat iets waar je rotsvast in gelooft, niet waar is. Je hebt al zoveel geïnvesteerd in het creëren van dat wereldbeeld en dan wil je niet dat het aan wankelen wordt gebracht. We zijn emotionele wezens, veel meer dan we rationele denkers zijn.  Ook voedsel is een emotionele aangelegenheid.”

Voeding als status

Voeding vertelt ons dus iets over wie we zijn. Maar tegelijk is het ook een middel geworden om ons te onderscheiden van de anderen. “We zijn kuddedieren en toch voelen we de nood om steeds weer subcategorieën te creëren”, zegt Ignaas Devisch, professor in ethiek, filosofie en medische filosofie aan UGent en Arteveldehogeschool. “Gezondheid en voeding zijn in onze samenleving iets geworden waarmee je kunt uitpakken. Het is goed voor je sociale status als je kan zeggen dat je met je gezondheid en je gewicht bezig bent. Dat is nog niet zo lang zo. In de negentiende eeuw hadden magere mensen duidelijk niet genoeg geld om eten te kopen. Wie dik was, had dat wel. Vandaag is gewicht nog steeds gekoppeld aan sociale status, maar dan omgekeerd: wie slank is, heeft zijn gewicht onder controle, werkt aan zichzelf en toont dat hij ambitieus is.”


Prof. Ignaas Devisch, UGent: “Gezondheid en voeding zijn in onze samenleving iets geworden waar je kunt mee uitpakken. Het heeft een hoge sociale status om te kunnen zeggen dat je met je gezondheid en je gewicht bezig bent."

Volgens Ignaas Devisch hebben we vandaag wel degelijk een voedingsprobleem. En dat ligt in het aanbod van onze voeding. “De ongezondste voeding is het goedkoopst. Als je gezonde voeding eet, toon je dus onrechtstreeks aan dat je je dat financieel kunt veroorloven, naast het feit dat je dan ook nog eens dynamisch, creatief en stralend bent. Het is een krachtig mechanisme. En bovendien is voeding een inwisselbaar thema dat binnen een aantal jaar vervangen kan worden door iets anders.”

“Dit heeft voor een groot deel met psychologie en angst te maken”, zegt Marleen Finoulst. “Mensen klampen zich vast aan glutenvrije producten uit angst om te verouderen, om ziek te worden, om te sterven. Het is ook makkelijker om alle welvaartsziekten die we vandaag zien, toe te schrijven aan een of twee oorzaken: gluten, lactose, brood. Het is makkelijk omdat de oplossing voorhanden is: je eet het niet meer en je problemen zijn opgelost. Meer energie halen uit eten is ook hipper of gemakkelijker dan energie halen uit vroeger gaan slapen en een regelmatiger leven te leiden, minder alcohol te drinken en gevarieerder te eten. Dat klinkt niet zo flitsend, natuurlijk.”
Ook Devisch beaamt dit: “Eten is een manier van controle over je leven te behouden. Het is een van de weinige terreinen die we nog werkelijk onder controle hebben - die illusie koesteren we. Tegelijk horen we dag in dag uit de mantra van de individuele verantwoordelijkheid, zeker op het vlak van gezondheid. Vandaag kunnen we voor alles kiezen: wie er niet stralend en gezond uitziet, heeft dat enkel aan zichzelf te danken. Dat is een verpletterend gevoel.”

Maagzweren en vluchtende slaven 

Toch is de reële toename van het aantal mensen dat glutenvrij gaat eten niet alleen eenhype, zegt Martin Hiele. “Het zou getuigen van weinig fijngevoeligheid om coeliakiesensitiviteit niet ernstig te nemen. Tegelijk moeten we toegeven dat we niet weten waar dit allemaal naartoe gaat. We moeten dus enerzijds opletten dat dit geen drapetomanie-verhaal wordt, genoemd naar de vermeende psychische aandoening onder zwarte slaven in het negentiende-eeuwse Amerika, die hen ertoe aanzette om te vluchten. Vandaag wordt drapetomanie beschouwd als een pseudowetenschap, maar destijds hechtte men er veel geloof aan. Anderzijds moeten we opletten dat dit verhaal niet dezelfde richting uitgaat zoals de Heliobacter pylori, de bacterie die de maagzweer veroorzaakt. Toen de eerste resultaten van dat onderzoek gepubliceerd werden, in de jaren tachtig van vorige eeuw, werden ze door iedereen in de medische wereld weggelachen. Men wilde niet geloven dat een maagzweer door een bacterie veroorzaakt kon worden. Stress, roken, slechte voeding, ja. Maar een bacterie? In 2005 ontvingen de ontdekkers van de bacterie de Nobelprijs voor Geneeskunde. Ik zeg dit maar om aan te tonen dat we altijd met een kritische en open blik moeten blijven kijken naar ziektes die we nog niet goed kennen. Als artsen moeten we alle klachten ernstig nemen.”