kinderen & jongeren

“We vormen één team dat werkt vanuit één gebouw”

De ontwikkeling van het kind is doorslaggevend, niet de structuur
25.08.2023
Foto's
Bob Van Mol

In Gent experimenteren de Dienst Kinderopvang en het Stedelijke Onderwijs met een volgende stap bij het realiseren van de Doorgaande Lijn. Er wordt niet alleen ingezet op het uitwerken van een gezamenlijke visie. Ook de ruimtes en het personeel maken voortaan deel uit van één project.

Het kind moet zich niet aanpassen aan de structuur, maar de structuur moet aangepast worden aan het kind. Dat is het motto van het project Proeven van en voor een Doorgaande Lijn van de Dienst Kinderopvang en het Stedelijk Onderwijs Gent.

“Is het niet gek dat kinderen voor half negen vrij kunnen spelen en daarna tot de middag begeleid moeten spelen en leren? Onder de middagpauze mogen ze zich weer uitleven en daarna ligt de focus tot half vier op leren”, zegt Annelies Steenacker, directeur van basisschool François Laurentinstituut in Gent. “Natuurlijk zijn er in een klas ook ontspannende momenten. Maar in grote lijnen is dit de structuur die een kind moet volgen. Stel dat het om elf uur grote nood heeft aan een paar rondjes rennen op het speelplein? Vaak is daar geen ruimte voor, omdat de kleuterjuf haar klas niet zomaar alleen kan laten.”

“Waarom kan dit niet anders?”, vraagt Steenacker zich af. Haar collega’s Ann Colombie verantwoordelijke van de buitenschoolse opvang De Dulle Grietjes en Chantal Leplat van de gelijknamige peutertuin zijn het daarmee eens. “Wij willen een project uitwerken waarbij de centrale vraag is wat kinderen nodig hebben en hoe we dat samen kunnen realiseren. Waarom kunnen de medewerker van de buitenschoolse opvang en de kleuterleerkracht de handen niet in elkaar slaan en bekijken hoe ze samen inspelen op de bewegingsbehoefte van het kind?”

Wegwerken van tussenschotten

Een ander voorbeeld van structuurdoorbrekend werken, is de indeling in leefgroepen. De leeftijd bepaalt niet langer in welke leefgroep een kind terecht komt. Je kan als driejarige in de groep van de allerkleinsten van nul tot drie jaar zitten, maar even goed in de middelste groep van de twee- tot vierjarigen. “De eigen ontwikkeling en noden van ieder kind zijn doorslaggevend”, legt Hanne Smet uit. Zij is coördinator van het project Doorgaande Lijn waar basisschool François Laurentinstituut en peutertuin en buitenschoolse opvang De Dulle Grietjes deel van uitmaken.

Smet: “Vandaag hanteert Vlaanderen een tweedeling tussen kinderopvang en onderwijs, zorg en leren van nul- tot zesjarigen. Kinderopvang en kleuteronderwijs zijn strikt van elkaar gescheiden op het gebied van organisatie, pedagogie, infrastructuur en regelgeving.”

In het verleden was kinderopvang in Vlaanderen vooral gericht op verzorging. De kwaliteit van de emotionele ondersteuning is goed, maar de educatieve ondersteuning kan nog beter.  De kleuterschool is dan weer sterk op onderwijskundig vlak, maar soms schieten fysieke verzorgingstaken er wat bij in. Terwijl zorgen en leren niet van elkaar losgekoppeld kunnen worden. Zorgactiviteiten zoals eten, drinken en naar het toilet gaan, kunnen pedagogisch en leerrijk zijn. Tegelijkertijd vragen het ondersteunen van cognitieve, sociale, motorische en artistieke leerprocessen ook een zorgende houding van de begeleider.

“We willen geen drie losse identiteiten met stevige tussenschotten, maar een vloeiende doorgaande lijn onder één noemer. Daarbij vertrekken we van het Educare Model. Dit is een geïntegreerd model van zorgen, spelen en leren. Het is afgestemd op de leeftijdsgebonden noden van jonge kinderen en hun families, en het biedt kinderen maximale ontplooiingskansen.”

Het wegwerken van de tussenschotten maakt dat de overgangen tussen de verschillende delen van het dagprogramma vervagen. Dat geldt ook voor de schotten tussen de leeftijdscategorieën. Smet: “De cesuur op de leeftijd van tweeënhalf moet verdwijnen. Dit bevordert het welbevinden en de ontwikkelingskansen van het kind.”

Er is tijdens de eerste fase van het project Doorgaande Lijn geïnvesteerd in een goede samenwerking tussen de verschillende teammedewerkers. Steenacker: “Klasleerkrachten draaiden mee bij voorschoolse activiteiten en medewerkers van de buitenschoolse opvang gingen mee op uitstap naar de bibliotheek. We zetten ook in op teambegeleiding. Tijdens de overgangsmomenten staan de medewerkers van de verschillende initiatieven samen voor de groep. Deze uitwisselingen zijn een grote meerwaarde, omdat collega’s kennis en ervaring over de kinderen kunnen uitwisselen.

Beleidsdrempels overwinnen

Volgens de Dienst Kinderopvang en het Stedelijk Onderwijs Gent kan de Doorgaande Lijn alleen ten gronde worden gerealiseerd als ook de infrastructuur wordt herzien en als het personeel één team vormt. Dit bereiken, is een grote uitdaging. Vandaag bevinden de kleuterschool, de kinderopvang en de buitenschoolse opvang zich nog in aparte ruimtes.

Vanaf één september wordt er gewerkt vanuit een kindcentrum met één ingang. Ook zullen er gedeelde onthaal- en gespreksruimtes voor ouders zijn. De leidinggevenden delen een lokaal. Hetzelfde geldt voor het personeel. Ook zal een ruimte niet langer van de kinderopvang of de kleuterschool zijn, maar wordt het gebruik gedeeld; Dat geldt ook voor het materiaal.

De regelgeving vormt nog een drempel om een volledige integratie te realiseren. Er is geen uniformiteit in contracten en statuten. Chantal Leplat: “Kinderopvang en onderwijs zijn ondergebracht in twee verschillende ministeries. Dit klopt niet met het beleid van de Doorgaande Lijn. Hierover willen we graag in gesprek gaan met de bevoegde instanties.”