ouderen

Het grijze goud

Column Harold Polis
28.08.2019
Foto's
Bob Van Mol

Het is onvermijdelijk zover: we zitten volop in de vergrijzingsgolf. Van loeiende sirenes of breaking news is echter geen sprake. Wel van onopgeloste problemen, zoals de financiering van de vergrijzing of de plaats van ‘de ouderen’ in de samenleving. Die plaats bevindt zich eigenlijk nog steeds in de marge, weg van de arbeidsmarkt en te ver verwijderd van het actieve bestaan. ‘De ouderen’ moeten het ervan pakken, moeten profiteren van het goede leven, de zon en het zalige nietsdoen. Nogal wat mensen worden knettergek van die opgelegde leegte. Ze willen gewoon zolang mogelijk aan de slag blijven.

Achter de vergrijzing gaan ook heel wat nieuwe sociale verzuchtingen schuil die we de volgende jaren pas ten volle zullen ontdekken. Ageism bijvoorbeeld. Mensen willen uiteraard niet gediscrimineerd worden omwille van hun leeftijd. Nu het aantal zestigplussers toeneemt in heel Europa krijgt de strijd tegen leeftijdsdiscriminatie een urgente bijklank. De Franse regering besliste bijvoorbeeld in juni om een actieplan voor een positiever beeld van de ouderen uit te werken – naast een noodplan om meer welzijnswerkers te werven. Want ouderen zijn zogezegd een last voor de samenleving. Dat moet fundamenteel anders. En dan is Frankrijk nog een land met een geboorteoverschot. In een groot deel van Oost- en Zuid-Europa zal de bevolking in de toekomst dalen en neemt het aandeel van de ouderen dus nog meer toe. Die demografische verandering is een prioriteit van de Europese Commissie, die er een driejaarlijks Ageing report over uitbrengt. De planbureaus van alle Europese landen leggen dan netjes hun cijfers en verwachtingen naast elkaar. De editie van 2018 geeft een uiterst genuanceerd beeld dat er tegelijkertijd duidelijk op wijst hoe groot de maatschappelijke verandering wel niet is. Nog uitgebreider is het grootschalige SHARE-onderzoek naar gezondheid, ouder worden en pensionering (www.share-project.org). Die cijfers bevatten inzichten die zelden het publieke debat halen. Een tussentijds rapport werd in juni in Brussel voorgesteld.
Zo blijkt dat gezondheid en lichamelijke vermogens helemaal geen spectaculaire duik maken zodra mensen ‘ouder’ worden tussen 55 en 69 jaar. Het pan-Europese onderzoek toont uiteraard gemiddelden, maar de richting is duidelijk. We hebben een totaal verkeerd beeld van waar ‘ouderen’ toe in staat zijn. En wat betekent overigens ‘ouder’ worden? Wanneer begint dat? Wanneer ben je volop oud? Onze antwoorden zijn zelden rechtlijnig. Nog zo’n fenomenaal cijfer is het aandeel van de actieve bevolking (20 tot 64 jaar) dat tussen nu en 2050 verdwijnt: 16%. Uiteraard zal die ontwikkeling ervoor zorgen dat de automatisering van onze arbeid nog versnelt. We zullen wel moeten. En wat met de groeiende kloof tussen winnaars en verliezers? Uit het Share-onderzoek blijkt nogmaals hoe sterk de band is tussen opleiding en gezondheid. Lager opgeleiden lopen een grote risico op een slechtere gezondheid, chronische ziektes en een moeilijkere toegang tot gezondheidszorg.
De vergrijzing biedt ons een unieke kans om de vernieuwing van de welzijnszorg, en bij uitbreiding van de hele welvaartstaat, op mensenmaat te bedenken en uit te voeren. Sociale innovatie is ons grijze goud.