kinderen & jongeren

Pleegkinderen over pleegzorg en pleeggezinnen

Onderzoekers vragen de mening van pleegkinderen
24.04.2017

Pleegkinderen zijn over het algemeen heel tevreden over pleegzorg als hulpverleningsvorm en ook het specifieke pleeggezin als nieuwe "thuis" krijgt goede punten. Dat blijkt uit een kwalitatief onderzoek van de Vrije Universiteit Brussel (VUB) in opdracht van Jongerenwelzijn. Samen met Pleegzorg Vlaanderen hoopt Jongerenwelzijn dat er zich nog meer ouders kandidaat stellen om pleegouder te worden.

Onderzoekers van de VUB hebben 27 jongeren tussen 12 en 18 jaar uitgebreid geïnterviewd over verschillende aspecten van pleegzorg: hun eigen traject, gevoelens en relaties met hun pleeggezin en eigen familie, school, participatie en hun toekomst. Uit het onderzoek blijkt dat alle bevraagde jongeren pleegzorg voor hen de beste optie vinden. "Ook het pleeggezin, de pleegzorgbegeleiding en de instanties waarmee ze tijdens hun traject te maken krijgen, worden opvallend positief geëvalueerd en gewaardeerd", concludeert onderzoekster Ann Clé.

“Ja, in een pleeggezin wordt ge zoals een echt gezin behandeld, dan doet ge zo dingen samen zoals in een echt gezin. En in een tehuis, dat was zo vaak met alle kindjes samen, bijvoorbeeld als ge op kamp gaat en zo’n activiteiten, maar dan niet zoals een echt gezinnetje.” - Shana

De meeste van de bevraagde pleegkinderen vertellen dat ze "het pleegkind zijn" voornamelijk als iets "gewoons" ervaren en dat ze het liefst als gewone kinderen willen worden behandeld. "Enerzijds zijn kinderen en jongeren die al geruime tijd zijn geplaatst, zodanig gewend aan het leven in een pleeggezin dat ze er niet meer zo vaak bij stilstaan. Anderzijds geeft het leven in een pleeggezin hen de kans om in een 'gewoon' gezin op te groeien en een leven te leiden zoals 'gewone' kinderen. Dat zorgt voor positieve gevoelens van blijdschap, trots en dankbaarheid", legt Clé uit.

Larissa: “Ik vind eigenlijk wel dat pleegzorg een goede keuze is want als er dan iets is dan kan je het vertellen en dan gaan ze daar een soort van oplossing voor zoeken. Als je het moeilijk hebt met iets dan kan je dat daar tegen de pleegzorgbegeleider vertellen.” - Larissa

Negatieve gevoelens zoals verdriet, kwaadheid en schaamte worden vaak gelinkt aan de confrontatie met het "anders zijn", bijvoorbeeld op school of bij de jeugdrechter. De relatie met de biologische ouders komt als het meest complexe en moeilijke thema naar voren. "Contact met de ouders is bij niemand een evidente zaak. Het pleegkind is vaak grenzeloos loyaal en toont veel flexibiliteit om contacten überhaupt mogelijk te maken. Uit het onderzoek spreekt tegelijk een grote zelfredzaamheid", aldus Clé.

“Ja, soms voel ik me schuldig dat ik naar een pleeggezin ben geweest. Omdat ik weet hoe mama daar dan over denkt. Ze denkt dat ik haar niet moet hebben, of dat ik haar haat, terwijl dat echt niet zo is. En dan voel ik me soms schuldig dat ik naar hier ben gekomen" - Mieke

De jongeren doen zelf ook een aantal voorstellen om alles te verbeteren. "Ze signaleren het tijdig en voldoende doortastend optreden bij verontrusting als aandachtspunt. Pleegkinderen hebben ook niet altijd veel kennis van de werking van de jeugdhulp, of van hun eigen rechten en plichten als minderjarige. Enkelen voelen zich ook te weinig gehoord of vinden het niet zo gemakkelijk om hun eigen mening te geven", verduidelijkt Clé.

"Voor Jongerenwelzijn en Pleegzorg Vlaanderen is dit een boeiend rapport dat pleegzorg positief in de kijker zet", zegt Peter Jan Bogaert van Jongerenwelzijn. Eind 2015 waren er 5.657 pleegzorgsituaties in Vlaanderen. "Toch zijn warme en geëngageerde pleegouders nog altijd welkom én nodig", aldus Bogaert.

www.pleegzorgvlaanderen.be