welzijn & zorg

'Sociaal werk is complexer dan wat wij op school hebben geleerd'

Geef mensen niet zomaar op
23.05.2018
Foto's
Philippe Swiggers

Simon Mertens is outreacher bij de Winteropvang van CAW Oost-Brabant. Nadat hij stage deed als straathoekwerker, wist hij dat zijn roeping lag bij mensen die anders door het leven gaan. Hij merkt dat problemen van mensen steeds complexer worden en dat maakt de uitdaging voor sociaal werkers groter. 

“Ik heb altijd interesse gehad in mensen die anders door het leven willen. Of moeten”, vertelt Simon. “In de middelbare school volgde ik de richting fotografie. Toen al wilde ik hun verhalen vastleggen. Dus heb ik sociaal werk gaan gestudeerd. Tijdens mijn derde jaar viel alles op zijn plaats. Ik deed stage als straathoekwerker op het Antwerpse Kiel en ik wist dat daar mijn roeping lag.”

“Na vier jaar in de sector weet ik wel dat de realiteit complexer is dan wat wij op school hebben geleerd. De theorie komt niet altijd overeen met de praktijk. Ik zie soms mensen die op een bepaalde sociale dienst een bot antwoord krijgen. Of gewoon niet de tijd krijgen om echt hun verhaal te doen. Ik denk dat we van onze gasten zelf kunnen leren hoe we het best met hen omgaan. Zelf probeer ik dat altijd zo respectvol mogelijk te doen. En versterkend, dat vind ik ook heel belangrijk. Het mandaat om zaken te ondernemen ligt altijd bij de gast zelf. Hij beslist wat gebeurt.”

Aanwezig zijn helpt vertrouwen bouwen

“Intussen werk ik 3,5 jaar als outreacher voor Winteropvang in Leuven. Eind maart stopt de opvang van dak- en thuislozen en dan verwatert het contact. Daarom ga ik zelf op zoek naar de mensen, vindplaatsgericht. Door contact te leggen en gewoon aanwezig te zijn, kan ik vertrouwen opbouwen. En dan komen stilaan de vragen: of ik hen eens kan helpen om de inschrijving voor een sociale woning in orde te krijgen. Of ik geen huisarts ken die ze kunnen contacteren. Maar ik voer zeker niet alleen hulpverlenersgesprekken. Ik vraag mensen ook gewoon hoe hun dag is geweest.”

“In het begin was het moeilijk om het vertrouwen van mensen te winnen. Maar zodra ze mij begonnen te kennen, groeide dat snel. Nu brengen ze soms zelf een gast mee die in de problemen zit. De afgelopen jaren heb ik in totaal 275 mensen gezien. Sommigen blijven constant op de radar, maar er zijn er ook die plots verdwijnen. Ze duiken onder, trekken naar een andere stad, moeten naar de gevangenis… Maar vroeg of laat zie ik de meesten toch terug.”

Vriendschap op straat bestaat niet

“Gasten positief en respectvol benaderen, dat is echt de kern. Ze worden al vaak genoeg afgerekend op hun foute keuzes. Door naar hen toe te stappen, voelen ze tenminste dat er nog iemand om hen geeft. Veel mensen die op straat leven, hebben een proces van ontankering meegemaakt. Er zijn wel gasten die met elkaar optrekken, maar ik hoor toch vaak dat vriendschap op straat niet echt bestaat. Ik zie dus veel eenzaamheid.”

“Gelukkig zie ik ook regelmatig mensen die weer een dak boven het hoofd vinden. Maar ook dan blijft de nood aan ondersteuning groot. Die gasten weten vaak niet hoe ze een huishouden moeten onderhouden. En de band met familie is soms helemaal verbroken. Daarom zeg ik hen altijd dat ze me mogen opbellen als er iets scheelt. Ik probeer te streven naar ‘professionele nabijheid’.”

“Uiteraard is er veel ellende en verdriet. Veel mensen op straat hebben psychische problemen. Ze zijn emotioneel en fysiek totaal op. Maar ik probeer kracht te halen uit alle positieve momenten. Ik maak veel plezier met die gasten, want ik mag ook bij hen zijn als het goed gaat. En daarnaast probeer ik gewoon niet te veel te verwachten. Uiteraard ben ik soms gefrustreerd. Maar dan vaker door de maatschappij dan door de gasten zelf. Er zitten nog te veel gaten in de hulpverlening.”

Steeds complexere problemen

“Onze samenleving wordt te controlerend en repressief. Soms krijg ik het gevoel dat steeds meer mensen richting hulpverlening geduwd worden. Omdat ze bijvoorbeeld te veel GAS-boetes verzameld hebben. Of omdat ze voor overlast zorgen. Ik krijg ook soms de vraag om een situatie op te lossen, maar tussen de lijnen door voel ik dat het meer om die ‘overlast’ gaat. Maar dat is niet mijn rol. Uiteraard zal ik gasten soms zachtjes richting hulpverlening duwen. Als iemand op het punt staat zich van het leven te beroven, bel ik de politie. Daar ben ik altijd transparant over. Ik investeer heel veel in de relatie met de gasten. Als ik hun vertrouwen verlies, kan ik niets meer doen. Dan ben ik niet meer welkom.”

“Ik merk wel dat de problemen van mensen steeds complexer worden. Op elk levensdomein lopen allerlei dingen mis. Dat maakt de uitdaging voor sociaal werkers natuurlijk groter. En ook de diversiteit neemt toe. De meeste thuislozen in Leuven zijn in België geboren, maar af en toe zie ik ook wel nieuwkomers. Dat maakt de communicatie uiteraard moeilijker. Maar met handen en voeten krijg je gelukkig ook veel uitgelegd.”

“Sociaal werkers moeten tijd blijven maken voor hun cliënten en hun verhaal. Dat lijkt me dé grote uitdaging voor de toekomst. Uiteraard is efficiëntie belangrijk. Maar met kwetsbare groepen werken, is nu eenmaal niet altijd efficiënt. Ik vind het jammer dat onze samenleving te veel verwacht van mensen. De lat ligt voor velen gewoonweg te hoog, ze kunnen niet volgen. Maar dat wil toch niet zeggen dat we hen zomaar moeten opgeven?”