kinderen & jongeren

Steeds meer jongeren doen een beroep op jeugdhulp

Jaarverslag 2017: extra investeringen en evaluatie

Steeds meer jongvolwassenen doen een beroep op de jeugdhulp en pleegzorg blijft een sterke groei kennen: dat zijn de twee meest opvallende trends uit het derde intersectoraal jaarverslag jeugdhulp. De beleidsmatige keuze om vooral in de laagdrempelige jeugdhulp te blijven investeren, wordt bevestigd. Hoe vroeger je ingrijpt, hoe beter. Om de vele uitdagingen in de jeugdhulp aan te pakken investeert de minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin via gerichte werven die ingrijpen op de tendens om de krachten te bundelen voor jonge kinderen, jongvolwassenen en jongeren met een complexe zorgvraag. 

Dit jaar komt er 30 miljoen euro extra voor de jeugdhulp bij. Die inzet moet worden aangehouden en vooral goed opgevolgd of deze op de jeugdhulp de gewenste impact heeft. De minister wil daarom ook een wetenschappelijke evaluatie van de intersectorale bewegingen en cijfers in de jeugdhulp.
Stijgend bereik van de laagdrempelige jeugdhulp met 7.216 (+11%) over 2 jaar
Kinderen, jongeren en hun gezinnen maken steeds meer gebruik van de rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp. De jeugdhulp komt steeds meer naar onze gezinnen toe. Het bereik steeg in 2016 opnieuw met 3%, vorig jaar (2017) was dit ook al 8%. Dit was ook een belangrijke ambitie van het decreet integrale jeugdhulp. In totaal werden in 2017 68.329 jongeren bereikt, in 2015 was dit 61.113 - een stijging met 11%.
Vervolghulp vermijden
Ook het stimuleren van positieve en krachtgerichte methodieken, zoals Signs of Safety en ‘Positieve heroriëntering’, was een doelstelling van het decreet. Dit om zoveel mogelijk uithuisplaatsingen of intensieve vervolghulp met een grote impact op de jongere en zijn omgeving te vermijden. Bij inzet van positieve heroriëntering in de laagdrempelige hulp blijkt dat tussen de 63 en 88% geen vervolghulp meer nodig is.
Pleegzorg stijgt opnieuw met 8 procent
Pleegzorg is, vooral bij jonge kinderen, de eerste optie als er toch beslist wordt tot een uithuisplaatsing. In 2017 steeg het totaal aantal pleegjongeren en pleeggasten tot 7.568, opnieuw een stijging met 8%. Sinds 2014 telt pleegzorg een stijging met 25%. 
Het beleid zet hier sterk op in. Ook is pleegzorg mogelijk gemaakt tot de leeftijd van 25 jaar. Pleegzorg zelf liet zich de voorbije maanden ook positief opvallen door een aantal gesmaakte campagnes en acties, onder meer als sociale partner van de Rode Duivels.
Druk op intensieve jeugdhulp
Wie intensieve hulp nodig heeft, kan aangemeld worden bij de toegangspoort. 59% wordt geholpen binnen de drie maanden, 76% binnen de zes maanden. De wachttijden lopen sterk uiteen en variëren van regio en hulpvorm. 
Het aantal wachtenden op intensieve jeugdhulp neemt na een daling in 2016 opnieuw licht toe in 2017. Er zijn knelpunten bij de groep van jongeren met een complexe problematiek, jonge kinderen, jongvolwassen en pleegzorg. Eind van dat jaar wachtten er 5.273 jongeren op intensieve hulp en 1.533 op een persoonlijk assistentiebudget (PAB), waaronder een grotere groep meerderjarigen.
Ongeveer 30 tot 40% van de wachtenden heeft wel al een andere vorm van intensieve hulp gekregen of krijgt die nog. Bijkomend kan ook laagdrempelige hulp, zoals bijvoorbeeld een Basisondersteuningsbudget (BOB) van 300 euro per maand, ingeschakeld worden. De helft van wie wacht op een PAB heeft ondertussen een BOB.
Meerderjarige jongvolwassenen doen meer beroep op jeugdhulp: stijging met 20% 
Een opvallende vaststelling bij de groep van meerderjarige jongvolwassenen: ze doen meer en meer beroep op voortgezette (vrijwillige) jeugdhulp na de leeftijd van 18 jaar. Het aantal meerderjarigen dat gebruikt maakt van intensieve jeugdhulp stijgt met 20%, gemeten over 2 jaar. Van 4.411 in 2015 naar 4.937 in 2016 tot 5.330 in 2017. Kijk je enkel naar pleegzorg en voorzieningen Jongerenwelzijn is er een stijging van 34%.
Ongetwijfeld zit de verhoogde aandacht voor deze doelgroep hier voor iets tussen. In 2017 werd ook het intersectorale actieplan Jongvolwassenen uitgerold, met tal van acties en nieuwe initiatieven om de brug tussen de jeugdhulp en de volwassenhulp vlotter te laten verlopen.
Crisisjeugdhulp: nieuwe registratie
De registratie van de crisisjeugdhulp zit in een nieuw jasje. Daardoor zijn vergelijkingen met de jaren voordien niet meer mogelijk. In 2017 telden we 5.392 (telefonische) consults: hulpverleners met een dringende vraag werden op die manier meteen geholpen. Voor 3.333 jongeren werd een vraag naar interventie gesteld. Voor 2.050 van hen werd die meteen gestart. 514 keer werd er niet meteen een beschikbaar aanbod gevonden. Ook in die gevallen blijven de crisismeldpunten verder zoeken naar alternatieven, zoals opvang in het ruimere netwerk van de jongere, om zo snel mogelijk de situatie opgelost te krijgen.
Extra investeringen
Stefaan Van Mulders, leidend ambtenaar van Jongerenwelzijn, concludeert: “We merken dat de krachtgerichte en positieve methodieken en netwerken in de laagdrempelige jeugdhulp, zoals positieve heroriëntering, hun eerste vruchten beginnen af te werpen. Minder zware vervolghulp is nodig. We moeten die innovatieve weg zeker verder inslaan. We zijn ook opgetogen over het positieve elan van de pleegzorg dat staat voor een nabije en warme vorm van opvang.”
“Dat steeds meer meerderjarige jongvolwassen in de jeugdhulp willen blijven is ook een hoopgevend signaal. Na het dramatisch overlijden van Jordy, was er een terechte verhoogde aandacht. Bruggen worden geslagen tussen jeugdhulp en volwassenenhulp en we merken dat ook steeds meer voorzieningen samenwerken en aan de slag gaan om deze kwetsbare jongeren te begeleiden naar zelfstandigheid.”
“Zorgen maken we ons wel over de signalen op het terrein over de meer intensieve hulp. De extra investeringen – in 2018 al 30 miljoen extra –  die door minister Vandeurzen zijn gestart, moeten ook de komende jaren en in de volgende regeerperiode verder worden gezet, zowel in de laagdrempelige als de meer intensieve jeugdhulp. Hoe vroeger we kunnen ingrijpen, hoe beter. Iedereen wint hierbij, ook de samenleving in haar geheel.”
Overleg en onderzoek in functie van innovatieve werkvormen
Op basis van wetenschappelijk onderzoek en intersectorale werkgroepen zullen er in de jeugdhulp nieuwe initiatieven genomen worden. Dit moet leiden tot innovatieve, gedragen en duurzame werkvormen bij jongeren in een verblijf en bij de aanpak van jongeren met complexe problematieken.
“Dit jaarverslag bevestigt een aantal keuzes die we al gemaakt hadden", zegt de minister. "Het stijgend gebruik van de laagdrempelige jeugdhulp stemt me hoopvol. We mogen niet blind zijn voor de signalen op het terrein, de verwachtingen zijn groot. We doen dit voor de meest kwetsbare jongeren uit onze samenleving en ook voor de duizenden professionals die met hart en ziel werken in soms moeilijke omstandigheden. Maar we moeten de gemaakte keuzen ook wetenschappelijk evalueren en onderbouwen. Daarom geven we de opdracht tot een wetenschappelijke evaluatie van het decreet integrale jeugdhulp en gaan we ook verder bouwen op het eerste luik van het longitudinaal onderzoek dat net is afgerond en vrijgegeven. Het jaarrapport en dit onderzoek wijzen uit dat we –  naast extra middelen voor personeel, infrastructuur en capaciteit – nog meer moeten investeren in meer onderbouwde analyse.”
Samenwerking op het terrein
De integrale jeugdhulp is sinds maart 2014 een feit. Zij is de samenwerking op het terrein tussen zes hoofdrolspelers: Jongerenwelzijn, Kind en Gezin, het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH), de Centra Geestelijke Gezondheidszorg (CGG), de Centra voor Algemeen Welzijnswerk (CAW) en de Centra voor Leerlingenbegeleiding (CLB). Tal van diensten en voorzieningen werken samen om kinderen, jongeren en hun gezinnen zo snel als mogelijk met de meest gepaste hulp of dienst te ondersteunen.
De Vlaamse jeugdhulp is onder te verdelen in laagdrempelige jeugdhulp (de zogeheten rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp) waar ouders, jongeren en hulpverleners meteen naar toe kunnen en de meer intensieve (of gespecialiseerde) jeugdhulp (de zogeheten niet-rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp) waarbij de toegangspoort namens de overheid de nodige hulp inschat en toewijst.