kinderen & jongeren

Steeds minder geboortes

Vruchtbaarheidscijfers van twintigers op laagste peil sinds Tweede Wereldoorlog.
22.06.2016
Foto's
Dreamstime

Kind & Gezin maakte de geboorte en vruchtbaarheidscijfers van 2015 bekend. De trends van voorgaande jaren zetten zich versterkt verder: het geboortecijfer en het vruchtbaarheidscijfer dalen. In tegenstelling tot de vorige jaren neemt de vruchtbaarheid in elke leeftijdsgroep af.

In 2015 waren er 66 251 geboorten bij moeders met een woonplaats in het Vlaamse Gewest, een daling van 2,4% ten opzichte van 2014. Daardoor ligt het geboortecijfer volgens Kind en Gezin voor het eerst sinds 2005 terug onder de 67 000 kinderen. De daling die begon in 2011 zet zich sterker door dan de voorgaande jaren. Deze daling doet zich voor in alle provincies: in Antwerpen is de daling het grootst, namelijk -3,7%, in Oost-Vlaanderen het kleinst: -1,1%.

Twintigers

Het aantal geboorten per 100 vrouwen van 20 tot 25 jaar daalde in het Vlaamse Gewest opmerkelijk van 5,2 in 2010 naar 4,3 in 2013 en 3,8 in 2015. Dat is het laagste peil ooit (in 1971 ging het nog om meer dan 14 geboorten per 100 vrouwen) en net zoals in 2014 merkelijk lager dan de vruchtbaarheid bij 35- tot 40-jarige vrouwen.

Bij de 25- tot 30-jarige vrouwen daalde het aantal geboorten per 100 vrouwen van 13,6 in 2010 tot 12,1 in 2015, wat het laagste naoorlogse vruchtbaarheidscijfer voor deze leeftijdsgroep is. In het algemeen is de vruchtbaarheid van twintigers weer sterk beginnen dalen en bevindt zich op het laagste peil sinds de Tweede Wereldoorlog.

30-plussers

Vanaf de tweede helft van 1980 vertaalde het uitstel van ouderschap zich in systematisch stijgende vruchtbaarheidscijfers voor 30-plussers. Sinds 2010 bleef het aantal geboorten bij 30- tot 35-jarigen min of meer stabiel. In 2015 ging ook de vruchtbaarheid van deze leeftijdsklasse er duidelijk op achteruit: van 11,9 naar 11,4 geboorten per 100 vrouwen.  Er is een daling van de leeftijdsspecifieke vruchtbaarheidscijfers in elk van de 4 leeftijdscategorieën.

Vruchtbaarheid en nationaliteit

De vruchtbaarheid van vrouwen met een andere nationaliteit blijft op elke leeftijd hoger liggen dan die van de Belgische vrouwen. De vruchtbaarheid is ook ruimer gespreid over uiteenlopende leeftijden dan bij Belgische vrouwen, wat onder andere het gevolg is van de grote culturele en demografische heterogeniteit van de bevolking met een andere nationaliteit. Niet-Belgische vrouwen hebben dus nog steeds meer kinderen op jongere leeftijd, maar ook op oudere leeftijd.

Evolutie moederschapsleeftijd

Uitstel van vruchtbaarheid naar latere leeftijd blijkt uit de verdere stijging van de verwachte leeftijd van vrouwen bij (eerste) geboorte. De gemiddelde leeftijd bij eerste geboorte is gestegen van 26,70 jaar in 2001 tot 28,19 in 2015. Die stijging is duidelijk sterker bij de mama’s van vreemde nationaliteit.

In 2001 was er nog een verschil van meer dan 3 jaar tussen de leeftijd van Belgische en niet-Belgische vrouwen bij de geboorte van hun eerste kind, in 2015 was het verschil nog slechts 1,26 jaar (28,3 versus 27,04).

Kleinere gezinnen?

Of uitstel op jongere leeftijd tot recuperatie op latere leeftijd zal leiden, kunnen we pas na enkele jaren vaststellen. Tot nu toe zijn er – althans bij de Belgische bevolking – geen aanwijzingen voor een trend naar kleinere gezinnen. De daling van de vruchtbaarheid van de voorbije jaren kwam er vooral door minder eerste geboorten.

In 2015 schuift de verwachte leeftijd voor het eerste kind weer verder op, wat duidt op uitstelgedrag. Tegelijk stellen de onderzoekers vast dat in 2015 elke leeftijdsklasse van vrouwen minder kinderen voortbrengt dan in 2014 en dat het totale vruchtbaarheidscijfer sterker dan de vorige jaren is afgenomen. Of dit een gevolg is van timing-effecten dan wel van een trend naar minder kinderen per vrouw kan nu nog niet gezegd worden. Dat zullen de evoluties in de vruchtbaarheidscijfers van de komende jaren moeten uitwijzen.

Lees het rapport: 'De recente evolutie van de vruchtbaarheid in Vlaanderen, Jan Van Bavel & Eli Nomes, 2014-2015.'

(bron: Kind & Gezin)