welzijn & zorg

“Dit departement raakt elk van ons, vanaf de geboorte tot aan de oude dag”

Hilde Crevits, minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin
26.08.2022
Foto's
Kris Van Exel

Hilde Crevits nam de fakkel over van Wouter Beke als Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin. Het aanpakken van de personeelstekorten is voor haar nu een prioritair dossier. Ze werkt aan een groot wervingsplan om openstaande vacatures in te vullen in de sector die ons allemaal raakt, van geboorte tot onze oude dag.

 

Bij uw aanstelling heeft uw partij de meest ervaren minister op het zwaarste departement gezet. Was dat nodig om het vertrouwen van de sector te krijgen?
Hilde Crevits: “Het was inderdaad belangrijk om een signaal aan de sector te geven. Als viceminister-president volg ik alle bevoegdheden op. Zo was ook dit
domein me zeker niet onbekend. Iedereen is betrokken bij dit beleidsdomein: we kennen allemaal mensen met kinderen in een kinderopvang, met (groot)ouders in een woonzorgcentrum, mensen die zorg nodig hebben of zelf zorg bieden. De voorbije jaren is meer dan ooit duidelijk geworden wat de waarde en noodzaak van goede en kwalitatieve zorg is.”

In 2019 was u bang dat het departement te veel onder uw huid zou kruipen. Nu zei u wel ja. Dat betekent dat u er nu wel klaar voor bent?
“Welzijn, volksgezondheid en gezin zijn mooie bevoegdheden. Ze raken elk van ons, van het moment dat je geboren wordt tot je oude dag. Het gaat over gezond zijn, je goed voelen in je vel, goede zorg krijgen, ergens terechtkunnen voor hulp. Dat zijn de eerste zaken die we elkaar allemaal toewensen bij het begin van het jaar. De eerste weken heb ik vooral veel geluisterd, niet het minst naar de mensen in het werkveld.”

Welke sterktes en zwaktes erfde u van minister Beke?
“Hij heeft de voorbije jaren alvast heel wat in de steigers gezet. Er is een pak extra middelen bijgekomen, in totaal 1,7 miljard euro extra. Hij zette 270 miljoen voor mensen met een handicap in één keer in, in plaats van dit te spreiden over verschillende jaren. Daardoor hebben een pak mensen een duidelijk perspectief op ondersteuning. Maar er is nog meer nodig. Bovendien mogen we de impact van corona niet onderschatten. Zoveel mensen stonden in het oog van de storm en het is nog niet voorbij. Dankbaarheid voor hun inspanningen is hier echt wel op zijn plaats.”
“Naast de uitdagingen in de kinderopvang, worden woonzorgcentra geconfronteerd met hogere kosten en met mensen die het moeilijk krijgen om hun factuur te betalen. We hervormen het zorgbudget voor ouderen waardoor een grote groep mensen meer zorgbudget ontvangen, en we willen dat sneller doorvoeren. Facturen stijgen, er is inflatie: daar mogen we niet blind voor zijn. Ook de indexering van het Groeipakket herstellen is cruciaal voor mij bij de volgende begrotingscontrole.”

WVG staat bekend als een beleidsdomein waar er altijd te weinig budget is. Op welke manier stelt u prioriteiten? 
“Het budget voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin is een groot budget. Het gaat om een kwart van het budget van de Vlaamse regering: 13,6 miljard euro. Deze legislatuur alleen al is er 1,7 miljard bijgekomen. Corona heeft ook getoond dat de sector aandacht moet blijven krijgen. Natuurlijk is meer altijd beter, maar het budget moet eerst en vooral efficiënt ingezet worden en resultaat tonen op het terrein. Als we de begroting laten ontsporen, zadelen we daar volgende generaties mee op."

Na uw aanstelling greep u meteen in toen er opnieuw problemen opdoken in kinderopvang. Ligt daar nu de prioriteit voor u?
“Kinderopvang is inderdaad een prioritair dossier. We moeten aan de slag met de aanbevelingen van het Vlaams parlement na de onderzoekscommissie, de audit en het actieplan. Maar uiteraard loopt niet alles fout in de kinderopvang, integendeel. Er zijn meer dan 6.000 kinderopvanginitiatieven in Vlaanderen waar duizenden mensen werken en elke dag het beste van zichzelf geven. Zij verdienen ons grootste respect. Het is maar bij een minderheid dat er af en toe zaken mislopen. Dat moeten we zoveel mogelijk voorkomen en we moeten snel en correct kunnen ingrijpen bij acute situaties. Kwaliteit en veiligheid staan voorop. Het actieplan kinderopvang gaat over het vergroten van transparantie, een betere samenwerking tussen het agentschap Opgroeien en de Zorginspectie, een betere handhaving, meer kwaliteit.”
“De kindratio (maximale groepsgrootte in de kinderopvang, nvdr) zal ook besproken worden, maar we mogen ons daar niet op blindstaren. Er is een groot verschil tussen een piekmoment of een gemiddelde ratio en tussen kinderopvanginitiatieven onderling. We moeten vooral flexibele en kwalitatieve opvang hebben. Vergeet niet dat als de onthaalmoeder van jouw kind ziek valt, je ook graag vervangopvang hebt. Dus mensen moeten flexibel kunnen inspelen op veranderende situaties.”

“De eerste weken heb ik vooral veel geluisterd, niet het minst naar de mensen in het werkveld.” (minister Hilde Crevits)

“Er zijn in de kinderopvangsector ongeveer 1.200 openstaande vacatures, waarvan 800 voor kinderbegeleiders. Tegelijk zien we dat ongeveer evenveel werkzoekenden een opleiding voor kinderbegeleider volgen. Dat is alvast goed nieuws. Maar werknemers- en werkgeversorganisaties zullen moeten meedenken en taboes loslaten. Er zijn al projecten waarbij mensen opleiding volgen op de werkvloer: dat moeten we in de zorg meer stimuleren. Ook goed om te weten is dat 7 op de 10 mensen die in kinderopvang werken, zullen kunnen genieten van de jobbonus.”

Personeelstekort blijft ook een probleem in de rest van de sector. Hoe overtuigen we mensen om voor de zorg te kiezen?
“Dat is een van mijn belangrijkste uitdagingen. Begin juli zat ik samen met vertegenwoordigers van de ganse sector om tot een groot wervingsplan te komen. Dat plan heeft aandacht voor goede arbeidsomstandigheden, goede omkadering en moet ervoor zorgen dat hulp- en zorgverleners meer waardering en respect krijgen. Kiezen voor een opleiding in de zorg, is kiezen voor werkzekerheid, maar het is vooral het mooiste, warmste engagement.”