welzijn & zorg

“Mensen oordelen snel. Maar het is nooit zwart-wit: een mens is een schemergebied.”

De essentie volgens Bruno Vanden Broecke
26.01.2024
Foto's
Stephan Vanfleteren

Veel mensen kennen acteur Bruno Vanden Broecke van lichtvoetige rollen in Het Eiland of Wat Als? Tegenwoordig staat hij ook op het theaterpodium in rollen met meer maatschappelijke grond, zoals in de monoloog Klink. Daarin speelt hij een therapeutisch assistent in een forensisch psychiatrisch centrum.

Bruno kwam dankzij Annemie Morbee in contact met de wereld van de forensisch psychiatrische centra. “Zij is therapeutisch assistent in een FPC en had een tekst voor me geschreven over haar werk. Ik hou erg van lichtvoetige en humoristische verhalen, maar met ouder worden vind ik het wel eens aangenaam als een verhaal wat meer maatschappelijke grond heeft. We besloten de verhalen in vier personages te gieten, en hen ‘het laatste avondmaal’ te laten voorbereiden van degene die de dag erna het FPC mag verlaten.”

Welke boodschap wilde hij brengen met Klink? “Niks moraliserend”, benadrukt Bruno. “Ik wil enkel een inkijk geven in die wereld, laten weten dat hij bestaat. Want het is een soort vergeetput. In mijn vorige stukken zaten ook figuren waar we snel een vooroordeel over klaar hebben, zoals een missionaris en een paracommando. Maar het is nooit zwart-wit. Een mens is een schemergebied.”

>> Lees op weliswaar.be verder over het belang van taal in FPC’s, hoe geïnterneerden een FPC ervaren en wat we kunnen doen om de zorgsector te versterken.

 

Een van de personages in het stuk is Emile. Een man met pedofiele gevoelens. Als hij aan het woord komt, wordt het in de zaal nog stiller dan het al was. “Over mensen met pedofiele gevoelens hebben we – zeker als Belgen – meteen ook zware oordelen klaar”, vindt Bruno Vanden Broecke. “Terwijl er nog een verschil is tussen pedofilie en pedoseksualiteit. Elke keer geef ik mee dat er 45.000 pedofielen in ons land wonen. Van dat cijfer wordt het publiek muisstil. Het merendeel van die groep kan wel met succes vechten tegen die neigingen. Mede dankzij de inspanningen van Minne De Boeck, Stop it Now! en I.T.E.R.”

Het belang van woorden

Bruno merkt ook op dat taal en woorden belangrijk zijn in een FPC. “Een FPC heeft een ander jargon dan een gevangenis. Mensen hebben strafbare feiten gepleegd, maar worden niet gestraft. Ze zijn geïnterneerd, niet opgesloten. Ze komen niet vrij, maar stromen uit. Soms zeggen mensen wel eens: waarom worden die mensen niet gestraft? Terwijl geïnterneerd zijn in zekere zin ‘erger’ is: je weet niet wanneer je weer in de gewone wereld zal terechtkomen, want je einddatum wordt bij je binnenkomst op het jaar 9999 gezet. Het hangt dus volledig af van hoe hard je je best doet. De gevangenis is het equivalent van even in de hoek te gaan staan als een kind stout geweest is, maar in een FPC word je verplicht om aan jezelf te werken. Ik kan me inbeelden dat sommige geïnterneerden soms wel eens luidop wensen dat ze naar de gevangenis zouden mogen gaan. Je kan ook maar om het jaar uitstromen uit een FPC. De maanden voor de beslissing probeer je dan extra je best te doen, je extra goed te gedragen. Is dat niet een beetje een pervers effect? Psychopaten kunnen dat soms wel flink manipuleren, vermoed ik.”

Optimisme is nodig

In Klink duurt het een tijdje eer je weet voor welke strafbare feiten de personages geïnterneerd werden. “Dat hebben we heel bewust gedaan”, legt Bruno uit. “Je moet eerst weten wie iemand is. Omdat mensen niet samenvallen met hun daad. Mensen kunnen ook veranderen. Als je stopt met dat te geloven en ervan uitgaat dat een bepaald gedrag voorbestemd is, of dat een ziektebeeld niet kan veranderen, dan heb je een weinig hoopvol beeld van mensen. Je hebt optimisme nodig om in deze sector te werken. Mijn bewondering voor mensen die daar werken is heel groot. Tijdens corona applaudisseerden we uit ons raam voor de zorg: makkelijk. Maar wat kunnen we écht doen voor de zorg? Stemmen voor de juiste partijen, die de sector en de sociale zekerheid willen versterken.