welzijn & zorg

“Mijn hoofddoel is de bekendheid van het CAW vergroten”

De essentie volgens Wouter Torfs
25.08.2023
Foto's
Stephan Vanfleteren

De meeste mensen zullen Wouter Torfs kennen van de gelijknamige winkelketen, maar sinds vorig jaar is hij voorzitter van de CAW Groep. Het woord carrièreswitch vindt hij zelf te zwaar voor deze overstap, maar hij vond deze job een mooie invulling van vrijwilligerswerk na zijn pensioen.

“Ik heb het bij Torfs nooit onder stoelen of banken gestoken dat maatschappelijke verantwoordelijkheid en een sociale inslag voor mij belangrijk zijn. Dat ik daarbij de openbaarheid niet schuwde en die visie ook communiceerde, zal er waarschijnlijk mee voor gezorgd hebben dat de CAW Groep mij vroeg voor deze functie”, vertelt Wouter Torfs.

Een overstap van de profitsector naar de non-profit lijkt nochtans niet zo evident. “Het is zeker een andere cultuur. Er wordt hier veel overlegd”, legt Wouter uit. “Er is meer participatie en betrokkenheid, waardoor het soms wat langer duurt. Maar dat heeft ook voordelen. Beslissingen worden vaker gedragen van onderuit. De context is in ieder geval anders. In de privésector moet je geen rekening houden met een toezichthoudende overheid die ook rapporteringen vraagt voor je kan rekenen op subsidies. Je hoeft in de privé ook geen parlementaire vragen te beantwoorden. In zo’n complexe context is het logisch dat er meer dialoog nodig is.”

“Ik vraag me dan na een hele dag vergaderen wel eens af of ik daarvoor gekozen heb. (lacht) Maar als ik met medewerkers en cliënten praat, weet ik: daarvoor doe ik het, het is de moeite waard. Het is een mooie organisatie, en mensen doen hun werk met hart en ziel. CAW is te onbekend, en ze zijn te bescheiden naar mijn mening. Mijn doel is het CAW bekender te maken. Want elke mens moet er terechtkunnen op een kwetsbaar moment, niet alleen kwetsbare mensen.”

“De doorsnee politicus weet niet exact wat het CAW allemaal doet. We zijn er voor mensen in een kwetsbaar moment en hebben een brede waaier aan diverse opdrachten. Die veelheid maakt het niet makkelijk om erover te communiceren, maar onze hulpverleners maken wel elke dag voor veel mensen het verschil. Daarom hebben we nu beslist dat we met een memorandum met zes prioriteiten naar de Vlaamse Regering stappen. Daarin staan concrete voorstellen waarmee we de komende jaren het verschil willen maken.”

Waardering centraal

De bekendheid vergroten is doel nummer één, maar daarnaast vindt Wouter het ook erg belangrijk om de medewerkers expliciet te waarderen. “Het verbaast me dat dat geen evidentie is in het sociaal werk. Iedereen werkt hard, ten bate van de cliënten, ook de leidinggevenden die veel data en cijfers moeten verzamelen. Het gebeurt niet vaak genoeg dat we mekaar even laten weten: knap wat je deed met die cliënt. Het kost nochtans geen geld en weinig tijd. En tegelijk kan het zoveel doen met een mens. Welke plaats krijgen de succesverhalen uit de hulp en de zorg? Akkoord, iedereen zucht en kreunt onder de werkdruk. De ruimte om mekaar te complimenteren is er niet altijd. Maar we mogen gerust wat meer aandacht hebben voor wat goed gaat, en dat wat meer in de kijker zetten. Wanneer ik dat aanhaal geven ze het toe dat het te weinig gebeurt, terwijl het zo eenvoudig kan zijn  en alles toch een pak aangenamer maakt.”

Onlangs bracht Wouter een nacht door in de thuislozenopvang. Dat verliep niet zoals hij vooraf verwachtte. “Ik heb mijn beeld van de dak- en thuislozen moeten bijstellen”, vertelt hij. “Ik dacht aan mannen van 65 jaar met een baard, een hondje en een fles whisky. In een romantische bui zag ik er nog een accordeon bij. Die zijn er, maar evengoed zitten er jonge vrouwen en mannen waar ogenschijnlijk niks mis aan te zien is. Maar ze slapen ergens op een zetel of in een auto. Ik heb er zelfs mensen ontmoet die werkten. Poolse stielmannen die er kwamen slapen. Een jonge gast die na een slechte relatie op straat belandde, maar wel gewoon werk had. Ik had geen idee dat iemand die werkt ook nachtopvang nodig kon hebben. Er zaten ook mensen die in de psychiatrie thuishoren, maar daar niet meer welkom waren omdat hun situatie niet werkbaar is of omdat er wachtlijsten zijn. Gelukkig is er dan het CAW dat 1.500 bedden per nacht aanbiedt, ondersteund door vrijwilligers.”

Moeten we daar politiserend op werken? Wouter vindt van wel. “Wij moeten vanuit de hulpverlening een maatschappelijk standpunt durven innemen. Vlaanderen heeft in 2023 een nijpend probleem van dak- en thuisloosheid: dat kan niet, dat moeten we aan de basis durven aanpakken. Hoeveel kost een dakloze opvangen in nachtopvang tot hij sterft? En hoeveel kost een plek in Housing First voor diezelfde persoon? (NVDR: Housing First maakt van een dak boven het hoofd een prioriteit, om daarna problemen op andere levensdomeinen te kunnen aanpakken.) Alleen al economisch zorgt dit voor een grote besparing, al is de winst er uiteraard lang niet alleen op dat vlak.”

Het is niet realistisch om tegen volgende week een paar honderdduizend extra sociale woningen te verwachten. “Maar als men al eens zou beginnen met meer preventieve woonbegeleiding te geven”, stelt Wouter voor. “Begeleid mensen die het moeilijk hebben de huur op tijd te betalen, of op tijd hun vuilzakken op straat te zetten. Zorg dat ze niet op straat terechtkomen. Het gebeurt al, maar er zou nog meer budget naar preventie mogen gaan. Eens op straat is het enorm moeilijk om opnieuw onder dak te geraken. Het zou mooi zijn als vrederechters in plaats van een uithuiszetting uit te spreken mensen zou verplichten om drie maanden woonbegeleiding te volgen. Dat zou een kleine ingreep betekenen, maar wel één die vaak effectief is.”

Onbekend is onbemind

Wat heeft Wouter al bijgeleerd in zijn eerste jaar bij de CAW Groep? “Massa’s. Een hele lijst aan afkortingen om te beginnen. (lacht) En veel zaken die CAW’s aanbieden waar ik geen weet van had. En veel mensen met mij, vermoed ik. Het CAW is te onbekend. Iets bijleren vind ik boeiend. Dit gaat over sociaal werk, en over hoe onze samenleving in elkaar zit. Ik leerde dat we waarschijnlijk in een van de meest welvarende landen wonen, maar dat hier ook nog veel miserie heerst, misschien meer dan waar ik me van bewust was. Er is nog veel verborgen armoede. Je weet niet altijd wat er achter de gevels van de huizen speelt.”

“Ik merkte het afgelopen jaar ook op dat er veel papier en cijfers en statistieken geproduceerd worden. Meten is weten? Ja, natuurlijk moet er verantwoording afgelegd worden als je subsidies krijgt, maar gaan we soms niet te ver in het belasten van onze hulpverleners met administratie en rapportering? Hulpverleners zouden die tijd moeten kunnen besteden aan mensen. Geef hen administratieve hulp of eenvoudigere systemen die minder tijd in beslag nemen. Het onderwijs is in hetzelfde bedje ziek. De overheid en de administratie zouden daar eens kritisch naar zichzelf moeten kijken: kan het niet met wat minder formulieren en cijfers?”

Wouter kwam zelf al in contact met de zorg toen hij geconfronteerd werd met kanker. Voelde hij zich toen goed omringd? “We hebben vaak kritiek op ons gezondheidsbeleid, en vinden dat alles veel kost. Tot je er zelf een beroep op moet doen. Je ervaart dan zelf hoe laagdrempelig en degelijk ons systeem is. Ik had een hospitalisatieverzekering, maar ik weet dat er op mijn gang ook mensen lagen die dat niet hadden, en die werden even goed verzorgd. Onze zorg is toegankelijk, vriendelijk, met persoonlijkheid. Ik werd opgenomen in een OCMW-ziekenhuis en werd er heel hartelijk verzorgd. Als we de volgende keer nog eens willen discussiëren over hoeveel de zorg kost, laat ons dan ook kijken naar welke kwaliteit we hier hebben, zeker in vergelijking met andere westerse landen zoals de Verenigde Staten. Natuurlijk moeten we efficiënt werken en mag er geen overconsumptie zijn. Maar de kwaliteit moet wel blijven.”

Lees het memorandum op de website van het CAW