welzijn & zorg

“Wat goed is voor gedetineerden met autisme, helpt ook de rest”

Werken aan autismevriendelijke gevangenissen
24.03.2023
Foto's
Jan Locus

Vlaanderen financierde het voorbije jaar enkele projecten rond autismevriendelijke gevangenissen, onder meer in Gent en Brugge. “Eigenlijk moet er een basishouding ontstaan waarbij je uitzoekt wat iemand nodig heeft, ongeacht zijn diagnose”, zeggen zorgprofessionals Leen De Roo en Shari Vanderwee.

Bij welke projecten waren jullie betrokken? 
Leen De Roo, coördinator Team Ontgrendeld: “Al sinds 2001 werkt Team Ontgrendeld in de Gentse gevangenis voor mensen met een verstandelijke beperking of een vermoeden daarvan, en voor mensen autisme en niet-aangeboren hersenletsel. Sinds 2019 zijn we ook actief in de andere drie Oost-Vlaamse gevangenissen. Dagelijks zijn in de gevangenis van Gent drie à vier mensen van ons team aanwezig om die doelgroep te ondersteunen. Het voorbije jaar liep er vanuit het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap een bijkomend project rond autisme, ‘Autismevriendelijke gevangenis’. Daardoor konden we tijdelijk een extra autismecoach aanwerven. Die is vooral in de gevangenis van Gent aan de slag gegaan om dit thema nog meer op de kaart te zetten. Autisme komt naar schatting voor bij 1 op de 100 mensen, maar vermoedelijk nog vaker in detentie. Meer bewustwording is dus cruciaal.”
Shari Vanderwee, autismecoach (OC Sint-Idesbald, Itinera): “Ik werk als trajectbegeleider voor mensen met een beperking of een vermoeden daarvan in de gevangenis van Brugge. Dit jaar was ik daar ook deeltijds aan de slag als autismecoach, in hetzelfde VAPH-project.”

Wat is een autismevriendelijke gevangenis? 
De Roo: “In principe veralgemenen we liever door te zeggen dat een gevangenis ‘mensvriendelijk’ moet zijn. Iedereen is anders en heeft zijn eigen behoeften. Maar dit project heeft zeker geholpen om de specifieke doelgroep van mensen met autisme in de kijker te zetten.”
Vanderwee: “We vonden het belangrijk om de mensen met autisme te betrekken en zijn gestart met te luisteren naar hun noden en signalen over wat anders kan."

Waarop botsen gedetineerden met autisme?
Vanderwee: “Er is vooral veel onwetendheid. Als het over autisme gaat, wordt vaak in stereotypen gedacht. Dat mensen met autisme nooit oogcontact maken bijvoorbeeld. Terwijl we weten dat autisme een spectrum is: het uit zich bij iedereen anders. Ook de misvatting dat autisme altijd gepaard gaat met een verstandelijke beperking, leeft nog sterk. Daarom hebben we geïnvesteerd in opleidingen en inleefsessies voor iedereen die werkt in de gevangenis.”

Hebben jullie ook praktische aanpassingen gedaan?
Vanderwee: “Ja, maar eerder kleine dingen. Zo hebben we in Brugge een snoezelkoffer ontwikkeld, een mobiele versie van een snoezelkamer. Daarin zit bijvoorbeeld een verzwaringsdeken, iets wat mensen met autisme kan helpen om tot rust te komen.”
De Roo: “In Gent hebben we koptelefoons geïntroduceerd: daarmee kunnen mensen zich even terugtrekken en alles vergeten. En bovendien geven ze zo ook een signaal aan medegedetineerden.”
Vanderwee: “Op de vloer van de gevangenis lopen gekleurde lijnen die je de weg helpen te vinden. De rode gaat naar de advocatenruimte, de blauwe naar het medisch centrum, enzovoort. Die waren helemaal afgesleten en recent werden ze opnieuw getrokken. Het zijn kleine aanpassingen, maar voor mensen met autisme – en eigenlijk ook voor alle andere gedetineerden - kunnen ze het leven veel draaglijker maken.”

Mensen met autisme hebben vaak meer nood aan structuur en voorspelbaarheid. Dat lijken wel typische kenmerken van het gevangeniswezen.
De Roo: “Een gevangenis lijkt inderdaad heel gestructureerd, maar er gebeuren continu onvoorspelbare zaken. Zeker door de overbezetting en personeelstekorten, nog los van eventuele stakingen. Soms worden vaste activiteiten, zoals een bibliotheekbezoek of wandeling, afgelast of verplaatst. Dat wordt helaas niet altijd tijdig gecommuniceerd, waardoor mensen soms lang tevergeefs zitten te wachten. Die onzekerheid slorpt veel energie op. ‘Doen wat je zegt en zeggen wat je doet’ is belangrijk. Er is zeer veel bereidheid bij het personeel, maar de omstandigheden maken het niet altijd zo eenvoudig.” 

Dat iemand autisme heeft, staat gelukkig niet op zijn voorhoofd geschreven. Hoe weet het personeel met wie ze extra rekening moeten houden?
De Roo: “Sommige gedetineerden zouden graag een label aan hun cel zien: ‘ik heb autisme’. Maar dat ligt toch moeilijk. Doe je dat enkel bij mensen die een diagnose kregen, of ook bij mensen met een vermoeden van autisme? En wat met andere labels, zoals ADHD? Eigenlijk moet er een basishouding ontstaan waarbij je uitzoekt wat iemand nodig heeft, ongeacht zijn diagnose.”

Hoe blikken jullie terug op het voorbije jaar?
De Roo: “Het begrip voor mensen met autisme in onze gevangenissen is enorm toegenomen. Eén autismecoach kan een groot effect hebben op veel mensen en diensten. Een van de gedetineerden met autisme werkt bijvoorbeeld op de technische dienst: het personeel heeft zijn unieke talenten nog meer leren appreciëren. En als hij het even moeilijk heeft, hebben ze veel meer begrip.”
Vanderwee: “Ook wij merken zeer veel bereidheid bij de medewerkers. Als ze met vragen of bezorgdheden zitten, komen ze veel sneller om hulp vragen bij ons.”
De Roo: “En ook bij de andere gedetineerden zien we veel begrip. Mensen met autisme kunnen bijvoorbeeld extra gevoelig zijn voor sensoriële indrukken, zoals geur en geluid. Als je dan om de haverklap een nieuwe celgenoot krijgt, met wie je in een kleine, slecht verluchte ruimte verblijft, kan dat spanningen opleveren. Door erover te praten, kun je al veel stress wegnemen, bij alle partijen.”