welzijn & zorg

Huize Hestia is een veilige haven voor studentes op de vlucht

Co-housing voor jonge vrouwelijke vluchtelingen
24.03.2023
Foto's
Bob Van Mol

Huize Hestia biedt onderdak aan jonge alleenstaande vrouwelijke vluchtelingen die een opleiding volgen. Zolang de meisjes studeren, mogen ze blijven wonen. Vrijwilligers geven huiswerkbegeleiding en helpen met administratieve klussen. “Het project heeft mij gered. Zonder Huize Hestia zag mijn leven er helemaal anders uit.”

Achter de gevel van een onopvallend rijtjeshuis in Merksem bevindt zich een heel bijzonder co-housing project. Huize Hestia biedt een thuis aan vier alleenstaande jonge vrouwelijke vluchtelingen uit Afrika, waaronder Danait (18) uit Eritrea en Fortun (21) uit Somalië. Overdag gaan ze naar school of lopen ze stage. In de avonduren kruisen hun wegen elkaar in de keuken of de living waar ze samen koken en luisteren naar elkaars verhalen.

Eén avond per week komen Inge Meeussen (57) en Tessy Lemmens (57) en Rebeca Duarte langs. Deze drie vrouwen vormen de drijvende kracht achter Huize Hestia. Dan schuiven de meisjes wat extra stoelen bij en komt er allerlei lekkers op tafel. Er wordt luidop gelachen en soms stilletjes getreurd. Dan legt Fortun haar vermoeide hoofd op de schouder van Inge. Of vertelt Danait in kleine stukjes haar vreselijke vluchtverhaal. Dan lijkt het gezelschap net een echte familie.

Project met sociaal rendement

“Het zijn deze momenten waar we het voor doen”, zegt Tessy Lemmens in de keuken van Huize Hestia. “Als de jonge vluchtelingen meerderjarig worden, moeten ze het lokale opvanginitiatief verlaten en zelf onderdak zoeken. Maar dat is een bijna onmogelijke taak. De huurprijzen zijn heel hoog. Vind maar eens een huisbaas die aan een jonge vluchteling met een leefloon wil verhuren.”

Meussen en Lemmens geven al jaren huiswerkbegeleiding in het asielcentrum in Kapellen en zien van dichtbij hoe moeilijk deze jongeren het hebben om een woning te vinden. Inge Meeussen: “Ze hebben weinig financiële middelen en missen een netwerk. Dit zijn twee noodzakelijke elementen op onze woningmarkt. Veel van de vluchtelingen belanden op ongezonde plekken en soms zelfs in onveilige situaties. De nood bij jongens is hoog, maar bij meisjes misschien nog wel hoger, omdat zij extra kwetsbaar zijn.”

In de zomer van 2020 besloten Meeussen en Lemmens de handen in elkaar te slaan. Ze verzamelden een groepje familieleden, vrienden en kennissen en vroegen een renteloze lening van tien jaar. Lemmens: “We richtten ons vooral op mensen van onze leeftijd. Vijftigers hebben doorgaans hun hypotheek afbetaald en zijn nog aan het werk. Deze groep heeft vaak wat kapitaal. De rente was in de zomer van 2020 bijzonder laag. Je kan het geld op een bankrekening parkeren of investeren in een project met een sociaal rendement.”

Het idee sloeg aan en binnen drie maanden hadden de twee vrouwen genoeg financiële middelen bij elkaar om een woning aan te schaffen. Weer een maand later hadden ze een geschikt pand gevonden. En op 1 februari 2021 konden Meeussen en Lemmens de eerste twee meisjes verwelkomen in Huize Hestia. Alle meisjes volgen een opleiding. Dat is een belangrijke voorwaarde. Zolang ze studeren, mogen ze blijven.

Fortun (21) was één van de twee meisjes die als eersten naar Huize Hestia verhuisden. Meeussen en Lemmens hebben Fortun leren kennen tijdens de huiswerkbegeleiding.

De Somalische ontvluchtte op haar zeventiende haar moederland. Ze liet al haar familie achter en trok in haar eentje naar Europa. Vandaag volgt Fortun een zevende jaar kinderverzorging in het BSO. Ze moet alleen nog haar stage afronden en is dan afgestudeerd.

“Ik doe stage op een plek waar kinderen voor en na schooltijd worden opgevangen. Elke ochtend neem ik om zes uur de bus van Merksem naar Kapellen om een paar uur te werken. Omdat het ’s morgens vroeg nog donker is, haalt Inge mij in Kapellen van de bus en brengt me naar de school. Als de lessen beginnen, keer ik terug naar huis. In de namiddag neem ik opnieuw de bus naar Kapellen om de naschoolse opvang te begeleiden.”

Het is erg zwaar, zegt de jonge Somalische vrouw. “Ik heb al veel meegemaakt. Vaak kan ik mijn gedachten niet stilzetten en blijft mijn hoofd maar malen. Soms heb ik zoveel stress dat ik niet kan eten. Vorig jaar werd ik een tijdje opgenomen in een ziekenhuis in Gent. Tessy en Inge kwamen mij heel regelmatig opzoeken. Ik zie het niet zitten om alleen te wonen. Dit project heeft mij gered. Zonder Huize Hestia zag mijn leven er helemaal anders uit.”

Focus op studeren

Ook Danait (18) wil niet alleen wonen. “Ik was twaalf jaar toen ik uit Eritrea vertrok. Ik heb een vreselijke reis achter de rug. Lange tijd zat ik vast in Libië. Aan de dingen die ik daar heb beleefd, wil ik zo weinig mogelijk terugdenken. Vanuit Libië ben ik met de boot de Middellandse Zee overgestoken. Ik heb meer dan twaalf mensen voor mijn ogen zien verdrinken. Eén iemand stierf in mijn armen. Pas na een tijdje besefte ik dat ik een dode op schoot had. Via Italië ben ik naar Europa gekomen. Ik ben vijf jaar in mijn eentje onderweg geweest. Ik denk nog vaak aan mijn mama die in Eritrea achterbleef. Zij heeft altijd goed voor mij gezorgd. Ik heb regelmatig hoofdpijn en ben snel verkouden. Mijn mama maakte mij altijd beter. Ik mis haar heel erg. In Eritrea wonen veel mensen in één huis. Wat moet ik in mijn eentje in een appartement?”

Terwijl Danait haar verhaal vertelt, wrijft Meeussen zacht over haar hand. “Deze meisjes hebben op jonge leeftijd al heel veel meegemaakt. Je kan niet verwachten dat ze op eigen benen kunnen staan als ze eenmaal achttien jaar zijn. We willen hen helpen om de weg in onze maatschappij te vinden en hen motiveren om te studeren.”

Dat laatste is niet altijd evident. Familieleden in het thuisland verwachten dat de jonge vluchtelingen geld verdienen en opsturen. Het is vaak de enige inkomstenbron van de achtergeblevenen. Weerstaan aan deze druk en ondanks de trauma’s toch de concentratie en motivatie opbrengen om te studeren, is vreselijk moeilijk.

Door de jonge meisjes in één huis samen te brengen, hopen Meeussen en Lemmens dat ze elkaar tot steun zijn. Fortun: “We helpen elkaar regelmatig. Als iemand het te druk heeft of te moe is om de poetsen, neemt een ander het over. De volgende keer draaien de rollen om.”

Een eigen weg gaan

Meeussen en Lemmens regelen de praktische zaken van Huize Hestia. Samen met een vast groepje vrijwilligers begeleiden ze de meisjes ook bij hun schoolwerk of helpen ze met administratieve klussen. Rebeca Duarte zorgt voor de psychische begeleiding. Duarte is een Nicaraguaanse psychologe en Rots en Water-trainer. Rots en Water is een psychosociale training die zich richt op het ontwikkelen van sociale en emotionele competenties.  

“In iedere mens zit rots en water”, legt Meeussen uit. “Rots staat voor eigen grenzen aangeven, zelfstandig beslissingen nemen, een eigen weg gaan. Water staat voor communicatie, luisteren, samen naar oplossingen zoeken, en de grenzen van anderen respecteren. In het leven moet je op het juiste moment rots of water zijn en soms is een combinatie van beide nodig. We willen de meisjes een goede vorming geven waar ze de rest van hun leven op kunnen terugvallen. Door haar migratieachtergrond is Duarte bovendien een rolmodel.”

Fortun gebruikt de training om haar angsten de baas te blijven. Danait zit in een onthaalklas voor anderstalige leerlingen en hoopt volgend schooljaar door te stromen naar het regulier secundair onderwijs. “Onlangs moest ik een spreekbeurt houden en was ik erg zenuwachtig. Toen heb ik bewust op mijn ademhaling gelet, zoals Rebeca mij had geleerd en werd ik rustig. Ik kreeg een negen op tien voor mijn spreekbeurt.”

Wanneer de meisjes hun opleiding hebben afgerond, is het de bedoeling dat ze op zoek gaan naar een baan en een eigen huis. Om hen op weg te helpen, zetten Meeussen en Lemmens elke maand honderd euro opzij. Dit bedrag krijgen ze wanneer ze Huize Hestia verlaten om te besteden aan meubels of de huurwaarborg.

Geconfronteerd met eigen vooroordelen

Tot een vijftal jaar geleden, hadden Meussen en Lemmens nog een betaalde baan. Die hebben de twee dames inmiddels opgezegd om zich voltijds te wijden aan de begeleiding van de meisjes in Huize Hestia en andere vluchtelingen. Waarom maakten ze die keuze? “Het geeft ons ongelooflijk veel voldoening en brengt ons veel plezier”, antwoordt Meeussen zonder aarzelen. “De meisjes zijn als sponzen. Ze zuigen de kennis op die je hen aanreikt. Natuurlijk is het niet altijd makkelijk. In het begin werden we regelmatig geconfronteerd met onze eigen vooroordelen. Gaandeweg leerden we dat referentiekaders kunnen verschillen. Een heel waardevolle les voor ons.”

“Ik heb zelf twee volwassen kinderen”, vult Lemmens aan. “Hun wieg stond op een goede plek in de wereld. De meisjes in Huize Hestia hadden minder geluk. Fortun en Danait hebben een buddy van het OCMW, maar deze mensen hebben weinig tijd. Inge en ik zijn als een extra buddy voor hen. Maar het is geen eenrichtingsverkeer. Ik leer evenveel van de meisjes als omgekeerd.”

Buddy’s kunnen veel betekenen voor nieuwkomers

Nieuwkomers koppelen aan een buddy is een goede manier om hen wegwijs te maken in onze samenleving, zegt onderzoeker Valerie De Craene. Zij schreef in opdracht van Motief vzw een boek over buddywerking voor nieuwkomers. In het boek wijst De Craene op de kracht van de methodiek, maar ze benoemt ook de valkuilen.

De komende maanden moeten er tienduizend buddy’s voor nieuwkomers bijkomen. Dit werd begin januari beslist door Vlaams minister van Inburgering en Gelijke Kansen Bart Somers (Open VLD).  Alle nieuwkomers die een integratie- en inburgeringstraject volgen, moeten verplicht veertig uur optrekken met een Nederlandstalige buddy. Een andere optie is om vrijwilligerswerk te doen bij een vereniging of stage te lopen in een bedrijf. 

Het besluit past in het beleid dat nieuwkomers wil stimuleren om actieve burgers te worden. Nieuwkomers moeten het heft in eigen handen nemen bij de opbouw van een leven in deze maatschappij. Dat bevordert hun integratie. Tegelijk is het buddyschap volgens de bevoegde minister een goede manier voor de ontvangende samenleving om nieuwkomers persoonlijk te leren kennen met als doel het racisme en de discriminatie in onze samenleving te bestrijden. 

Vandaag zijn er ongeveer 150 buddy’s voor nieuwkomers. Het aantal moet de komende maanden dus flink omhoog.

Buddy’s kunnen inderdaad veel betekenen voor nieuwkomers en ook omgekeerd, zegt Valerie De Craene. Zij deed in opdracht van Motief vzw onderzoek naar buddywerking voor nieuwkomers. “Het buddyschap biedt veel kansen om de Nederlandse taal te oefenen. Buddy’s helpen nieuwkomers vaak met allerlei administratieve vragen en papierwerk. Veel nieuwkomers hebben weinig connecties in de Vlaamse samenleving en zijn blij dat ze iemand hebben die hen wegwijs maakt. Soms neemt een buddy de nieuwkomer mee naar huis en leert die de andere gezinsleden kennen. Of de nieuwkomer wordt geïntroduceerd in de vriendenkring. Een ondernemende buddy die van aanpakken weet, kan ook een enorme hulp zijn voor de nieuwkomer bij het zoeken naar een geschikte woning of het vinden van een job.”

Als alles goed gaat, dan is het buddyschap een fantastische hefboom om nieuwkomers te helpen bij hun integratie. Een valkuil van de methodiek is dat de nieuwkomer afhankelijk wordt van de buddy die het werk vrijwillig doet. Wie het geluk heeft om een actieve buddy te hebben, ondervindt minder vormen van maatschappelijke uitsluiting.

“Eigenlijk maak je de buddy deels verantwoordelijk voor de integratie van de nieuwkomer”, zegt De Craene. “De vraag is of je deze taak van een professional mag doorschuiven naar een vrijwilliger. Belangrijk is dat de buddy de juiste vorming en begeleiding krijgt. Tegelijk maskeer je het tekort aan sociaal assistenten in de sector en de vele drempels waar nieuwkomers tegenaan botsen. In plaats van meer jobs te creëren en de drempels weg te werken, schakelt de overheid vrijwilligers in.”

Het werk dat Tessy Lemmens en Inge Meeussen doen voor de meisjes van Huize Hestia en voor veel andere nieuwkomers illustreert hoe waardevol buddy’s kunnen zijn. De Craene: “De nieuwkomers die Tessy en Inge onder hun arm hebben genomen, hebben veel geluk. Maar niet iedereen kan het zich permitteren om de baan op te zeggen en zich voltijds in te zetten voor vluchtelingen.”

>> Meer info over het boek Buddywerking voor nieuwkomers vind je op deze link: Buddywerking voor nieuwkomers. Samen een weg banen? | Motief vzw