welzijn & zorg

Naar minder drugs in Vlaamse gevangenissen?

Eén op drie gedetineerden gebruikt drugs tussen de muren

Een op drie gedetineerden in Vlaanderen gebruikt drugs binnen de gevangenismuren. Dat blijkt uit onderzoek van Louis Favril en Freya Vander Laenen (Universiteit Gent), die 1.326 gedetineerden – een vierde van de Vlaamse gevangenispopulatie – in vijftien gevangenissen bevroegen. Deze resultaten stemmen overeen met onderzoek in andere landen. Vooral jonge gedetineerden met de Belgische nationaliteit die een definitieve straf uitzitten, zijn vatbaar voor drugs in de gevangenis. Er blijken weinig verschillen tussen mannen en vrouwen. 

Drugs en criminaliteit: partners in crime
Criminaliteit en drugs lijken vaak samen te gaan. Uit internationaal onderzoek blijkt dat de concentratie van druggebruikers veel hoger is in gevangenissen dan in de brede samenleving, en dat druggebruik tijdens detentie geen zeldzaam fenomeen is. Mensen met drugsproblemen komen vaker in aanraking met het gerecht en belanden vaker in de gevangenis, waardoor drugsproblemen worden meegenomen in detentie. 
Hoewel opsluiting een keerpunt kan betekenen voor druggebruik, kunnen de leefomstandigheden in de gevangenis druggebruik ook in de hand werken. Slechts bij 48% van de bevraagde gedetineerden die frequent drugs gebruikten vóór hun straf, stopte het druggebruik (voorlopig) in de gevangenis. 
Slechts bij 48% van de gedetineerden die frequent drugs gebruikten vóór hun straf, stopte het druggebruik (voorlopig) in de gevangenisEerder onderzoek toonde ook aan dat een derde van de gedetineerden die eerder al drugs gebruikten een bijkomende drug begonnen te gebruiken tijdens hun opsluiting. Heroïne is zo’n drug waarmee frequent wordt gestart in de cel. 10% van de Belgische gedetineerden die ooit heroïne gebruikten, begon daarmee in de gevangenis. Het huidige onderzoek toont aan dat 14% van de gevangenen die vóór hun opsluiting geen drugs gebruikten er in de cel mee in contact kwam, en daar ook begon te gebruiken. Gedetineerden nemen drugs om te ontspannen, hun problemen te vergeten of om verveling tegen te gaan. 
Eerder druggebruik
Drie op vijf gedetineerden nam ooit in zijn leven één of meer soorten illegale drugs. Eén jaar voor opsluiting nam meer dan de helft (54%) nog frequent drugs. 35% van de gedetineerden gebruikt drugs in de gevangenis. Daarbij zijn grote verschillen tussen de gevangenissen onderling. In sommige gevangenissen gaat het om 13,5% van de gedetineerden, in andere om meer dan 44%.
Gedetineerden die drugs gebruiken in de gevangenis zijn meestal beduidend jonger, hebben vaker de Belgische nationaliteit en zitten vaker een definitieve straf uit. Ten opzichte van beklaagden hebben veroordeelden een dubbel zo hoge kans op druggebruik in detentie. Opsluiting vanwege een drugsdelict blijkt geen voorspellende factor te zijn voor druggebruik tijdens detentie. 
Tachtig procent van wie drugs gebruikt in de gevangenis deed dat ook al buiten de murenGedetineerden die drugs gebruiken antwoordden vaker dan niet-druggebruikers dat ze ooit in hun leven een psychiatrische diagnose kregen en meer dan de helft van hen krijgt in de gevangenis ook psychoactieve medicatie voorgeschreven, dubbel zoveel als bij niet-druggebruikers. Ongeveer de helft van de gedetineerden die drugs gebruiken, hebben een voorgeschiedenis van verslavingszorg. 
De sterkst voorspellende factor voor druggebruik in detentie is eerder druggebruik: gedetineerden die frequent illegale drugs gebruikten vóór hun detentie lopen drie keer meer kans op druggebruik tijdens hun opsluiting. Tachtig procent van wie in de gevangenis drugs gebruikt, deed dat ook al buiten de muren. 
Screening
Volgens onderzoeker Louis Favril pleiten de resultaten voor een grondige screening van wie de gevangenis binnenkomt: “Als gedetineerden die hogere kans lopen op een drugproblematiek geïdentificeerd worden, kunnen ze al vroeg geholpen worden als dat nodig is. Detentie zou een unieke kans kunnen zijn om druggebruikers te bereiken die nooit eerder contact hadden met hulpverlening. Voor deze mensen zou de gevangenis een mogelijkheid kunnen zijn voor diagnose, begeleiding en behandeling van hun verslaving, die ze buiten de muren niet zouden krijgen.”
Detentie zou een unieke kans kunnen zijn om druggebruikers te bereiken die nooit eerder contact hadden met hulpverlening“Druggebruik in de gevangenissen is niet zonder risico voor gebruikers en het zorgt ook voor andere problemen, voor bijvoorbeeld niet-gebruikende gedetineerden, zoals meer diefstallen, bedreigingen of geweld. Een geïntegreerd beleid om druggebruik aan te pakken en te voorkomen is dan ook noodzakelijk.” Bovendien toont onderzoek aan dat druggebruik de kans op recidive fors verhoogt. 
“Gevangenissen moeten zicht hebben op de fysieke en mentale gezondheid van hun gedetineerden en op hun eventueel verleden met drugs. Alleen zo kan verdere hulpverlening efficiënt verlopen”, zegt Louis Favril. 
Zorgaanbod, ook na detentie
Een goede screening is een belangrijke eerste stap, maar is een maat voor niets zonder uitgebouwd zorgaanbod. In de gevangenissen van Sint-Gillis, Berkendael, Lantin en Hasselt werden proefprojecten opgestart om het druggebruik terug te dringen. De gedetineerden worden er bij binnenkomst gescreend op druggebruik, er werd extra zorgpersoneel aangeworven en het personeel kreeg vorming zodat het gedetineerden met drugsproblemen begeleiding op maat kan bieden. 
Volgens Louis Favril volstaat het niet om een drughulpverleningsaanbod in enkele gevangenissen aan te bieden; alle gevangenissen zouden moeten inzetten op drughulpverlening. “Drugsvrije afdelingen zoals die in Hasselt en Brugge zijn prima initiatieven, maar ze dekken de lading niet. En ook na detentie is een geïntegreerde aanpak van drugsproblemen absoluut nodig”, besluit hij.
Onderzoeksmethode
Tussen oktober 2015 en mei 2016 werden 15 Vlaamse gevangenissen bevraagd. Alle gedetineerden, dus zowel beklaagden als veroordeelden, kwamen in aanmerking voor het onderzoek. Geïnterneerden werden niet bevraagd. 
De gevangenispopulatie van deze 15 gevangenissen bestond op dat moment uit 3.862 gedetineerden. Voor elke gevangenis werd een aselecte steekproef getrokken van minstens één derde van de populatie. In totaal werden 1.550 gedetineerden uitgenodigd om vrijwillig en anoniem deel te nemen aan het onderzoek. Daarvan namen 1.326 gedetineerden deel: 1.203 mannen en 123 vrouwen.
De uiteindelijke steekproef was dus overwegend mannelijk en bestond voor 65% uit veroordeelden die een definitieve straf uitzitten. De gemiddelde leeftijd was 38 jaar. Een dergelijke demografische verdeling sluit nauw aan bij die van de totale gevangenisbevolking in België.
Naast demografische gegevens werd gevraagd naar detentiestatus (beklaagd/veroordeeld) en het soort misdrijf waarvoor de straf werd opgelegd. Verder werd hun eventueel druggebruik in kaart gebracht van vóór en/of tijdens de detentieperiode. Daarnaast werd ook gevraagd naar het gebruik van psychoactieve medicatie die in de gevangenis werd voorgeschreven, hun eventuele voorgeschiedenis van verslaving, psychische klachten en of ze ooit in hun leven een psychiatrische diagnose kregen. 

Auteurs van het onderzoek: Louis Favril & Freya Vander Laenen, Institute for International Research on Criminal Policy (IRCP), Vakgroep Criminologie, Strafrecht en Sociaal Recht, Universiteit Gent. 
Het volledige onderzoeksartikel kan je lezen op de website van de bibliotheek van UGent.