welzijn & zorg

"Van vreemde ogen die met een neutrale blik kijken, valt altijd wat te leren."

Op pad met een inspecteur in de zorg
28.08.2019
Foto's
Bob Van Mol

Weliswaar volgt Annelies, inspecteur van het team Welzijn van Zorginspectie, naar Erpe-Mere voor een bezoek aan een woonzorgcentrum. Ze controleert of de zorg voldoet aan alle normen. 

Op een hete zomerdag trekt Annelies naar woonzorgcentrum Meredal. Ze komt hier niet voor het eerst. Minstens elke drie jaar wordt een woonzorgcentrum doorgelicht, vaak gebeurt dat door dezelfde inspecteur. Directeur Geert Hermans is helemaal niet zenuwachtig. “Wij werken transparant, alles mag bekeken worden. We zien inspecties als een kans om te groeien”, zegt hij. “Van vreemde ogen die met een neutrale blik kijken, valt altijd wat te leren.” 
Na het bespreken van tekortkomingen en aandachtspunten van vorige inspecties en het doornemen van personeelslijsten, uurroosters, bewonersprofielen, overeenkomsten en zelfs bouwplannen van nieuwe gemeenschappelijke ruimtes, brengt Annelies een bezoek aan enkele bewoners. Ze bekijkt of de kamers voldoen aan de regelgeving: of mensen zich op het toilet kunnen behelpen met de vereiste armsteunen, of het sanitair in orde is, of medicatie buiten bereik en incontinentiemateriaal buiten het zicht staat, of ramen veilig open kunnen bij bewoners met dementie. Ze heeft ook oog voor hoe mensen zich voelen, hoe ze gekleed en verzorgd worden, of ze voldoende kunnen drinken. Eén ding staat tijdens de hele inspectie duidelijk voorop: het welzijn van alle bewoners. 
Vrijheidsbeperking: een belangrijk issue
Op de tweede verdieping, een gesloten afdeling, verblijven mensen met dementie. Een vrouw zit in haar kamer en houdt een washandje tegen haar voorhoofd. “Heeft mevrouw zich bezeerd?”, vraagt Annelies. De hoofdverpleegkundige schudt het hoofd. “Ze is dement en klaagt van hoofdpijn, maar de dokter vindt niks. We denken dat ze zich pijn inbeeldt. Het washandje geeft haar het gevoel dat we haar serieus nemen en misschien helpt het toch een beetje.” 
In een andere kamer roept een vrouw in een rolstoel om haar moeder. Op haar voorzettafeltje staat water met een rietje. Annelies wil weten wanneer het tafeltje wordt gebruikt. “We geven het haar om te eten en te drinken,” zegt de verpleegkundige, “zo kan ze dat nog zelfstandig.” Rond vrijheidsbeperking – door het gebruik van bijvoorbeeld voorzettafels en bedsponden – heeft Meredal een uitgewerkt beleid. “We maken er zo min mogelijk gebruik van”, zegt de verpleegkundige. “Daarbij gebeurt het altijd in overleg met de huisarts en de familie, en elke drie maanden evalueren we samen.” Annelies ziet op dat vlak een serieuze verbetering de laatste jaren: “Ik merk dat er veel meer aandacht aan wordt besteed dan vroeger. Vandaag is vrijheidsbeperking een belangrijk issue en zetten voorzieningen het hoog op de agenda, terecht.”

Rond de middag is het druk in de gemeenschappelijke ruimte, waar de meeste bewoners van de tweede verdieping samen eten. Op het menu staat kip, rijst, puree, currysaus en appelmoes. Annelies controleert of er voldoende personeel aanwezig is om de mensen die niet zelfstandig kunnen eten te helpen. “Er is gemixte voeding voor mensen met slikproblemen”, zegt iemand van de keuken. “En met de hitte zetten we vaak iets lichts op het menu, zoals koude schotel. Watermeloen scoort ook goed. Maar soep blijft heilig. Zelfs bij 30 graden kunnen we het niet maken om die te schrappen (lacht).” 
Bij de bewoners van de eerste verdieping, een open afdeling, horen we weinig klachten. “Vroeger deden mijn man en ik hier vrijwilligerswerk. Nu woont mijn man hier en kom ik alle dagen op bezoek”, zegt een vrouw. “De verzorging is hier goed, de mensen doen hun best.” Een paar kamers verderop, waar een bewoonster en haar buurvrouw samen soep eten, klinkt hetzelfde geluid: “We zijn content, elke dag zijn hier activiteiten.” Of het eten lekker is? “Gaat wel”, zegt de een. “Het is de grote pot”, zegt de ander. 
Zorgdossiers op de tablet 
Samen met de hoofdverpleegkundige controleert Annelies het elektronisch zorgdossier van de bewoners die ze vandaag ontmoette. Naast persoonlijke gegevens bundelt het zorgdossier een aantal medische gegevens. Ook maatregelen rond vrijheidsbeperking worden erin opgenomen en daarnaast wordt van elke bewoner ook een gedetailleerde sociale historie bijgehouden. Zingt iemand graag liedjes? Heeft iemand een bepaalde geloofsovertuiging, voorkeur voor kledij of wil iemand alleen bruin brood eten? Alles staat in het dossier. 
“We hechten veel belang aan een goed en volledig zorgdossier”, zegt de verpleegkundige. “Sinds februari werken we op alle afdelingen met mobiele tablets, waardoor we het zorgdossier meenemen tot op de kamer van onze bewoners. Zo gaat er geen informatie verloren.” 
Verder controleert Annelies of Meredal transparant is over de dagprijzen en supplementen en of er bijvoorbeeld geen kosten worden doorgerekend aan bewoners die het RIZIV al dekt. 
Ook bewoners verwachten kwaliteit
Op het einde van de dag koppelt Annelies haar bevindingen terug met de directie. Ze zag veel positieve dingen, zoals onder meer nauwkeurig bijgehouden zorgdossiers, voldoende personeel, tevreden bewoners, een uitgewerkt plan met maatregelen tegen de hitte op warme dagen. Als werkpunten geeft ze mee dat info over wondzorg nog beter bijgehouden kan worden en dat er best werk wordt gemaakt van een sluitend systeem om de vervaldatum van medicatie te controleren. 
Na de inspectie wordt het ontwerpverslag overgemaakt aan Meredal. De voorziening heeft 14 dagen om op de inhoud te reageren vooraleer het definitieve verslag wordt overgemaakt aan Zorg en Gezondheid, het agentschap dat instaat voor de erkenning, vergunning of het toekennen van subsidies aan woonzorgcentra.

Geert Hermans, directeur van Meredal, is tevreden. “In elke voorziening zijn er werkpunten, het gaat erom hoe je daarmee aan de slag gaat. Bovendien verwacht niet alleen Zorginspectie kwaliteit, ook onze bewoners en hun familie verwachten de beste zorg. Meredal heeft een goede naam, we doen er alles aan om dat zo te houden.” 
Wat Hermans van inspecties vindt? “Het is logisch dat voorzieningen die door de overheid worden gefinancierd gecontroleerd worden. We worden regelmatig geïnspecteerd en dat gebeurt natuurlijk niet lukraak, maar volgens een vaste methodiek gebaseerd op regelgeving, normen en kwaliteitseisen. Inspecties zijn wetenschappelijk onderbouwd, dat zorgt voor vertrouwen.”