welzijn & zorg

Zelftests: bezint eer ge begint

Column Marleen Finoulst

Er bestaan meer dan 200.000 apps die pretenderen iets voor je gezondheid te doen: je stappen tellen, calorieën bijhouden, bloeddruk of hartritme meten. Je kan het zo gek niet bedenken of er bestaat wel ergens een app voor. Helaas zit er veel kaf tussen het koren en is de informatie lang niet altijd betrouwbaar. 

Er bestaan meer dan 200.000 apps die pretenderen iets voor je gezondheid te doen: je stappen tellen, calorieën bijhouden, bloeddruk of hartritme meten. Je kan het zo gek niet bedenken of er bestaat wel ergens een app voor. Helaas zit er veel kaf tussen het koren en is de informatie lang niet altijd betrouwbaar. Neem nu de apps die je bewegingen registreren en aangeven hoeveel calorieën je verbrandt. Onderzoek toont dat dergelijke apps doorgaans een te hoog energieverbruik weergeven, waardoor je op het verkeerde been gezet wordt en misschien extra gaat eten. Gelukkig komen er stilaan controle-organen voor apps en kunnen producenten hun gezondheidsapp laten certificeren. Zo creëerde de federale overheid een kader om mobiele toepassingen te integreren in de gezondheidszorg: mobile Health (mHealth.be).

De eerste medische app die hier alle tests met glans doorstond is Fibricheck, een app die hartritmestoornissen, zoals voorkamerfibrillatie, opspoort, simpelweg door je vingertop een minuutje op het cameraatje van je smartphone te leggen. Deze app kost 25 euro per maand, is enkel verkrijgbaar op doktersvoorschrift en wordt sinds kort door sommige ziekenfondsen terugbetaald. 
Via twee Vlaamse kranten kregen meer dan 60.000 lezers de app een tijd lang gratis op hun smartphone. Bij 6.500 van hen constateerden de experts die de doorgestuurde data constant monitoren hartritmestoornissen, waarvan 791 lezers de potentieel gevaarlijke voorkamerfibrillatie. Zeker op oudere leeftijd vervijfvoudigt een voorkamerfibrillatie de kans op een beroerte en daarom wordt men best verder onderzocht en zo nodig behandeld. Van de bijna 800 personen die werden uitgenodigd een arts te raadplegen omwille van de opgespoorde voorkamerfibrillatie, ging gek genoeg slechts 37% op het aanbod in. In de deelnemende kranten haalden sommige lezers hun schouders op. ”Tja, een app…” “Ik voel me niet ziek.” “Mijn hart klopt meestal normaal.” Het is een gekend probleem met zelftests: zelfs als de resultaten correct zijn, slaat men de adviezen vaak in de wind. 
Naast apps kan je ook zelftestjes kopen bij de apotheker en waarbij je via een bloedprik je cholesterol, vitamine D, vruchtbaarheid, zwangerschap, kankerrisico’s of zelfs hiv-besmetting kan aflezen. Deze testjes halen evenmin het gewenste resultaat: testers halen de schouders op of panikeren. Tot gedragsverandering leiden ze zelden.
Apps en zelftests ontwikkelen kost veel geld en de vraag is of de vergaarde informatie wel een verschil kan maken. Daarom startte de Vlaamse overheid op 2 september een sensibilisatiecampagne rond zelftests. Vlamingen worden aangespoord na te denken alvorens zichzelf te testen. Waarom wil je de test? Is dit een betrouwbare test? Wat ga je doen met het resultaat? Wat als het resultaat afwijkt? Wil je dit eigenlijk wel weten? Het opsporen van gezondheidsrisico’s of aandoeningen bij mensen die helemaal geen klachten hebben, is een tweesnijdend zwaard. Enerzijds word je tijdig gealarmeerd en kan je actie ondernemen, anderzijds kan het resultaat je angstig maken. Misschien beland je in het medisch circuit voor allerhande onnodige diagnostische onderzoeken. Of krijg je een behandeling waar je in feite best zonder kan. Een hoge cholesterol bijvoorbeeld, moet niet behandeld worden wanneer je niet rookt, geen overgewicht hebt en voldoende beweegt. 
 
>> Meer info: https://www.bevolkingsonderzoek.be/