welzijn & zorg

Zorgen voor een gezin vermindert kans op recidive

20 jaar kinderbezoek in de gevangenis van Gent
28.03.2019
Foto's
Sigrid Spinnox

Eind jaren negentig begon de gevangenis van Gent met een wekelijks moment waarop kinderen hun mama of papa in de gevangenis kunnen bezoeken. DIt in een speciaal aangepaste ruimte die zo weinig mogelijk aan de gevangenis doet denken. Al twintig jaar lang kunnen ouders toch hun ouderrol blijven opnemen vanuit de gevangenis en de ontwikkeling van hun kind blijven volgen.

Vrijwilligster Mieke is er al bijna van in het begin bij. In 2002 was ze net met pensioen toen ze iemand ontmoette die in de gevangenis van Gent werkte. Die vertelde haar dat ze vrijwilligers zochten om het kinderbezoek te begeleiden, waarbij de kinderen van gedetineerden exclusief tijd mogen doorbrengen met hun papa of mama. Dat sprak Mieke wel aan. Ze besloot zich aan te melden. 
“Ik heb heel mijn carrière als verpleegkundige met kinderen met een spierziekte gewerkt. Zij moesten hun familie ook missen en hadden soms ook veel verdriet, waar ik hen hielp mee omgaan. De directeur vond mij de geknipte persoon om het kinderbezoek te begeleiden. En ondertussen doe ik het al bijna achttien jaar, elke woensdagnamiddag.” 
Gesprekjes die goud waard zijn
Dat Miekes vrijwilligerswerk in de gevangenis nuttig en nodig is, staat buiten kijf. Kinderbezoek is erg belangrijk om de band tussen het kind en de ouder in de gevangenis intact te houden. Daar is Mieke getuige van: “Wij zien de evolutie die ouders en kinderen doormaken. Door het kinderbezoek kunnen vaders de ontwikkeling van hun kind – waar ze door hun detentie soms een stukje van gemist hebben – toch volgen en er deel van uitmaken. Dat is prachtig om te zien”, vertelt Mieke.
Als vrijwilliger ben je vaak ook vertrouwenspersoon voor de kinderen die op bezoek komen. Al duurt het altijd wel even vooraleer dat vertrouwen opgebouwd is. Maar na een tijdje durven kinderen haar toch bepaalde dingen zeggen of vragen. “Dan zeggen ze: Mieke, ik moet pipi doen”, vertelt Mieke. “Om naar het toilet te gaan moeten we een aantal deuren en een lange gang door, dus dat geeft wat tijd voor eens een gesprekje onder vier ogen. Die momenten gebruiken ze soms om bij mij eens te polsen wat ik vind over bepaalde vragen of onderwerpen waar ze mee worstelen, waar ze misschien niet meteen met hun ouders over durven praten. Dan filosoferen we daar een beetje over. En vaak zijn ze daarna toch klaar om het met papa over dat moeilijke onderwerp te hebben. Moesten ze dan echt naar het toilet, of was dat maar een uitvlucht om even te kunnen praten? Dat maakt niet uit, die gesprekjes zijn goud waard.”

Onvoorwaardelijk 
Mieke wil ook benadrukken dat een vrijwilliger nooit alleen staat. In de gevangenis werkt ze samen met onze collega Koenraad Polfliet, die de hulp- en dienstverlening aan gedetineerden coördineert, en met Veerle Allaert van CAW Oost-Vlaanderen. En niet te vergeten: met de penitentiair beambten. “Ik heb die samenwerking met de professionals echt nodig. Zij zorgen er mee voor dat ik mijn werk goed kan doen”, zegt Mieke. “Van de penitentiair beambten krijgen we ook echt veel vertrouwen en erkenning. De beambten die meekomen naar het kinderbezoek zien wat het kinderbezoek met vaders doet en hoe het hun gedrag positief verandert. Sommigen schrijven zelfs op hoe wij met de papa’s omgaan, omdat ze dat ook willen toepassen in de cellen.”
“Als vrijwilliger doen we dit werk uiteraard onbezoldigd. En dat is belangrijk, zeker ook voor de gedetineerden. Zij hebben al eens gezegd: ‘Jij komt echt voor ons, niet voor het geld.’ Vrijwilligers zijn er inderdaad onvoorwaardelijk, en moeten geen normen of cijfers halen. Ik stop er veel energie in, maar krijg er ook zoveel voor terug. Ik wil het graag nog heel lang blijven doen”, besluit Mieke. 
Het kind centraal
Zowel de gedetineerde als wie buiten de gevangenis de zorg voor de kinderen opneemt, kan bezoek aanvragen. “Meestal komt de aanvraag van de gedetineerde zelf”, vertelt Veerle Allaert, die het kinderbezoek vanuit het CAW Oost-Vlaanderen mee organiseert. “De psychosociale dienst beoordeelt die aanvraag, en de directie kan het bezoek dan al dan niet toestaan. Als het toegestaan wordt, kom ik in actie. Dan ga ik in eerste instantie naar buiten, naar de partner, ex-partner, pleeggezin, grootouder die voor het kind zorgt. Ik vraag dan of ze op de hoogte zijn dat de ouder in de gevangenis verblijft, en of ze het kind willen en kunnen op bezoek laten komen. Voor die mensen is het heel belangrijk dat die vraag gesteld wordt door iemand die de gedetineerde ouder nog niet gesproken heeft. Dat is een erkenning voor degene die zorg draagt voor het kind. Als die akkoord gaat is er meestal geen probleem. Dan vragen we of het kind weet dat papa of mama in de gevangenis zit, of er nog extra voorbereiding nodig is.” 
“Vaak loopt die voorbereiding vlot, maar soms moet er eerst gewerkt worden aan het herstel van het contact tussen ouder en kind”, vertelt Veerle. “Het komt weleens voor dat het contact tussen ouder en kind vóór de detentie al niet zo goed liep, of dat ze mekaar al een aantal maanden niet meer gezien hebben. Dan vraagt het bezoek een grondigere voorbereiding. In complexe situaties is er soms toestemming van de jeugdrechter nodig of bespreken we met een psycholoog of het wel opportuun is dat het kind op bezoek komt.” 
De buitenouder of grootouder die buiten de gevangenis voor het kind zorgt komt niet mee binnen op kinderbezoek. En dat is een heel bewuste keuze. Veerle legt uit waarom: “Tijdens het kinderbezoek willen we alle aandacht naar het kind laten gaan. Als de buitenouder mee binnenkomt gaat er toch sowieso ook tijd naar praten over de relatie, het huis of de financiën. Terwijl kind echt centraal moet staan voor ons.”
Investering in re-integratie
Koenraad Polfliet, die de hulp- en dienstverlening aan gedetineerden coördineert, legt uit welke soorten van bezoek er bestaan. “Je hebt het gewoon bezoek, waarbij iedereen aan tafels zit in een grote zaal, er is het familiaal bezoek, ongestoord bezoek en het kinderbezoek. Bij gewoon bezoek is de bewegingsvrijheid beperkt. De gedetineerde en zijn bezoek moeten blijven zitten aan tafel en er is geen speciale begeleiding. Bij familiaal bezoek is het toezicht iets minder strikt en mogen de gedetineerde en zijn bezoekers in een meer huiselijke studio voor de duur van het bezoek. Voor wie snel overprikkeld raakt door een psychisch probleem of een mentale beperking, kunnen we een bezoek op maat met extra begeleiding voorzien.”
Koen ziet het kinderbezoek ook een beetje als investering in de re-integratie van de gedetineerden in de maatschappij wanneer ze vrijkomen: “Zorgen voor een gezin en vooral voor kinderen kan een belangrijke – waarschijnlijk de belangrijkste – motivator zijn om niet te hervallen. Re-integratie is succesvoller wanneer de band met het kind goed blijft. Het zou dus dom zijn hier niet in te investeren. De relatie tussen ouder en kind staat sowieso al onder druk door alles wat er gebeurt. Het restgezin buiten de gevangenis is totaal ontredderd, en vaak loopt het ook op andere vlakken mis, zoals met huisvesting. Wanneer gedetineerden vrijkomen, komt er veel op hen af: ze moeten werk zoeken, misschien hebben ze geen woonst meer. En willen vrienden van vroeger hen nog zien, of willen ze die zelf liever niet meer zien? Als daar nog een verstoorde relatie met hun kind bijkomt, maakt dat de situatie nog moeilijker behapbaar.” 

Veerle beaamt dat. “Detentie verandert vaak ook de verhoudingen in het gezin. Papa is een tijd weg en anderen nemen – al dan niet tijdelijk – zijn plaats in. Mama wordt mondiger en zelfstandiger omdat ze haar plan moet trekken in haar eentje. En dan moet die man terug zijn plaats vinden in dat gezin.” Maar het is niet altijd kommer en kwel, volgens Koenraad: “Soms was er voor de detentie een problematische situatie, en evolueert die tijdens de detentie in positieve zin. Bij het kinderbezoek worden ze voor hun verantwoordelijkheid gesteld: jij bent en blijft de papa. Het is niet omdat je opgesloten bent, dat je die rol kwijt bent. Later kom je weer buiten en moet je het ook nog kunnen.”
Beeldvorming in de buitenwereld
Het is belangrijk dat er buiten de gevangenis gesensibiliseerd wordt over het feit dat mensen in de gevangenis vaak ook kinderen hebben. Bijvoorbeeld in scholen. Koenraad: “In de kleuterklas spelen kinderen al boef en politie. En de boef is nooit ‘de goeie’ natuurlijk… Dat speelt kinderen met een papa in de gevangenis wel parten.” Veerle polst vanuit haar rol wel eens bij het gezin of de school op de hoogte is dat de papa in de gevangenis zit. “Soms wordt de school via het CLB op de hoogte gebracht, zodat een leerkracht kan ingrijpen als er iets over gezegd wordt op school. Er zijn leerkrachten die dat heel goed aanpakken in de klas. Soms gaan Koenraad en ik ook weleens uitleg geven over het kinderbezoek op schoolprojecten.”

Als papa in de gevangenis zit
Jeroen (schuilnaam) heeft tien jaar in de Gentse gevangenis gezeten, van 2005 tot 2015. Hij heeft twee dochters die in die periode ook bij hem op bezoek kwamen. Toen hij in de gevangenis belandde waren de kinderen drie en vijf jaar. “Mijn dochters verbleven in de periode dat ik in de gevangenis zat bij hun grootouders. Alles stond in het teken van de kinderen. De grootouders stonden ook alle vier achter het kinderbezoek, en hadden er geen enkel probleem mee om hen tot aan de poort van de gevangenis te brengen.” Jeroen hoorde soms wel eens van andere gedetineerden dat een partner of ex-partner niet kwam opdagen omdat er een haar in de boter zat. Volgens hem speelt Veerle in die zaken een rol van onschatbare waarde: “Zij gaat in zo’n gevallen bemiddelen bij de buitenouder of voogd van de kinderen.” 
Jeroen’s dochters waren heel jong toen ze voor het eerst in de gevangenis binnenkwamen. Dankzij het kinderbezoek heeft Jeroen hun ontwikkeling toch kunnen meemaken. “De penitentiair beambten vonden het ook mooi om die kleine meisjes mee te zien opgroeien tot jonge vrouwen. In het begin speelden we samen, later bestond het bezoek meer uit een goede babbel of zelfs samen sporten. Kinderen die in zo’n situatie zitten worden door de omstandigheden vaak al sneller volwassen. Het is fijn dat ze in de gevangenis toch de kans krijgen om hun papa te zien in omstandigheden en tijdens activiteiten die toch een beetje aan hun leeftijd aangepast zijn. Het kinderbezoek was echt een meerwaarde, meer dan dat zelfs, ik kan het niet omschrijven.” 
In de gevangenis heerst een machocultuur, en die valt weg bij het kinderbezoek, merkte Jeroen op. “Dat merk je goed aan het gedrag van de papa’s. Waar ze zich in het cellenblok weleens agressief durven opstellen, begonnen ze zich plots erg voorbeeldig te gedragen tijdens het bezoek. Ook de penitentiair beambten viel dat op.”
Iets waar weinig mensen bij stilstaan, is dat het afscheid na zo’n kinderbezoek altijd erg zwaar is, vertelt Jeroen. “Je hebt anderhalf uur een fijne tijd doorgebracht met je kinderen, en dan moet je weer naar de kille wereld van de gevangenis.” 
Jeroen heeft nu een nieuwe partner, en samen hebben ze een goed contact met zijn dochters. “Ze wonen nog steeds bij de grootouders, maar komen graag en vaak bij ons bezoek. Ik ben erg blij dat het kinderbezoek bestaat. Mocht het kinderbezoek niet bestaan hebben zou ik een vreemde geworden zijn voor mijn dochters.”